Zucht van opluchting aan de Kleitse Hoge Branddreef. Eindelijk de nul weggegomd en de eerste driepunter op zak gestopt. Pure verwennerij voor de supporters. Die kregen negen doelpunten op het bord, maar zagen nog heel wat leuks in de zestien van beide kampen. Wim Roels zag een ander Kleit.
“De voorbije weken lieten het wat afweten qua efficiĆ«ntie. Week na week hadden we zeven, acht of negen kansen, maar lieten het we telkens liggen of speelde de doelman zich in de kijker. In deze reeks is alles mogelijk en dat heb ik proberen duidelijk maken aan mijn jongens. Ik ga er niet flauw over doen: qua kwaliteit troeft Haasdonk ons af. Daar kan je niet om heen. Maar we maakten de keuze om in het duel te spelen en hen niet aan voetballen toe te laten komen. Het ‘game plan’ kreeg een deukje toen een rare bots onze doelman in de problemen bracht en Haasdonk profiteerde. Maar nadien was het efficiĆ«ntie met hoofdletter E. Voorzet van Kenneth De Meyer, Jordi Vermeulen met de gelijkmaker. Gianni Laceur pikte zijn doelpuntje mee en een kopbal van Olivier Maenhout was goed voor de 3-1. Net voor de rust waren we dan weer iets minder efficiĆ«nt, want een vierde doelpunt via Kennth Demeyer of Jordi Vermeulen behoorde zeker tot de mogelijkheden.”
Met een 3-1 op het bord lonkte Kleit al naar de eerste zege, maar duidelijk was dat het nog niet klaar was met de leider. Roels zag zijn ploeg de voorsprong vast houden en met 5-4 winnen.
“Ik wou scherpte na de rust, voelde ook wel dat Haasdonk zich ergerde aan het gegeven dat we hen nauwelijks ruimte gaven. Al na een minuut of drie kwam de aansluitingstreffer er na een schermutseling. Van 4-2 naar 4-3 dan. Dan pakt Haasdonk rood en zorgt Pieter Vyncke voor de 5-3 en kregen we het gevoel dat we niet meer in de problemen zouden komen. Maar na de 5-4 was het toch met twee woorden spreken en haalden we toch wat bibberend het laatste fluitsignaal. Maar de ontlading was daardoor des te groter.”
Kleit deed het vorig jaar als promovendus uitstekend en sloot de competitie af op de achtste plaats. Voorlopig hinkt de bezembindersploeg wat achterop, maar Roels is nog niet aan doemdenken toe.
“We hebben drie punten en staan voorlaatste, maar we hadden net zo goed negen punten kunnen hebben en netjes in de linkerkolom kunnen staan. Ons voetbal is ook niet slecht en tot voor de wedstrijd van Haasdonk slikten we ook nauwelijks doelpunten. We voelen onszelf geen degradatiekandidaat, al is de eerste bekommernis wel om daar onderin weg te raken. Op dat vlak zijn de wedstrijden tegen Zeveren en in Berlare cruciaal. Als je niet in de knoei wil raken mag je tegen Zeveren enkel tevreden zijn met de drie punten. Een week later trekken we naar Berlare en dat is een ploeg die net als ons wat moeizaam de punten sprokkelt, maar wel kwaliteiten heeft. Op zich heb ik wel het gevoel dat we daar onderin wel weg raken. De reeks is iets meer ‘spicy’ dan vorig jaar, maar dat mag ons niet beletten om opnieuw te mikken op een plaatsje in de middenmoot. Onze kern is zowel kwalitatief als in de breedte sterker dan vorig jaar. Zondag had ik de luxe om jongens als Iben Meire, Glenn Blomme, Gerd-Jan De Smet en Brian Vandesteene op de bank te zetten. Reken daar nog bij dat Maxim Sierens na een blessure nog wat ritme moet opdoen en dat Thomas Impens met een lichte spierblessure niet inzetbaar is en je hebt begrepen dat we wel een bredere kern hebben dan vorig jaar.”