KSK Zingem overleefde de Boekelse klip. Na een bewogen wedstrijd trok het met 1-3 huiswaarts. Jorgen Huylebroeck weet dat de zege van zijn ploeg er niet zonder slag of stoot kwam. Huylebroeck schets het wedstrijdverhaal.
“We wisten dat het in Boekel geen gezondheidswandelingetje zou worden en het zou uiteindelijk een wedstrijd zijn waar wat over te vertellen viel. Boekel zou kiezen voor een laag blok en ons vanuit een goede organisatie proberen bestoken. Dat bleek ook te kloppen. We hadden zeventig procent balbezit, maar hun blok stond er wel. Kort voor de rust werd onze opdracht er nog een stuk moeilijker op. Terechte strafschop na een duwfout van mij. Na de rust moesten we een versnelling hoger schakelen om Boekel in verlegenheid te brengen en daar slaagden we ook in. Na tien minuten kwam de gelijkmaker op het bord. Sepp Vervust nam dat doelpunt voor zijn rekening. Na een inworp kwam de bal bij hem terecht. Hij aarzelde niet en duwde binnen, maar kwam daardoor ook in botsing met de doelman. Na dat doelpunt begonnen de poppetjes te dansen. Al te fel protest zorgde dat Boekel met tien verder moest en de thuisaanhang liet zich ook horen. Het was even een heksenketel en de ref had er genoeg van en legde de wedstrijd even stil. Na tien minuten kon er weer verder gespeeld worden en via Kevin Van De Walle klommen we zelfs op voorsprong. Met elf tegen tien leken we op weg naar de zege. Toch was de buit nog niet binnen. Manu De Clercq moest nog een strafschop uit zijn doel ranselen en na de uitsluiting van Kevin Van De Walle werd het nog een hectisch slot. Boekel zorgde voor behoorlijk wat druk en pas in de toegevoegde tijd viel het geruststellende derde doelpunt via Loïc Pauwels.”
Na de overwinning in Boekel staat KSK Zingem op een gedeelde derde plaats. Huylebroeck hoopt dat Zingem de poort naar tweede kan open beuken.
“Zingem probeert jaar na jaar de stap naar tweede provinciale te zetten. Ze waren er al enkele keren dicht bij, maar telkens was het net niet. Dit jaar hopen we alvast mee te doen voor de titel en gezien de kwaliteit in de groep denk ik dat we wel klaar zijn om een hoofdrol te spelen.”