Promovendus Evergem 2020 bleef de voorbije weken op zijn honger naar winst. Een late gelijkmaker vergalde twee weken geleden tegen Lovendegem de pret, terwijl het vorige week aan de Zandvleuge een 4-0-nederlaag leed. Tegen Knesselare zette Evergem 2020 de puntjes op de i en won het met 5-2. ‘Good old’ Tommy Jacobs had in drie van de vijf doelpunten zijn voet.
“De voorbije weken zat het wat tegen. In Lovendegem verloren we pas de controle en twee punten na een rode kaart voor Tom Van Hijfte. Vorige week keken we na zeven minuten al tegen een 2-0-achterstand aan en pakte Joren Hebberecht nog voor de rust rood. We snakten eigenlijk wel naar een eerste zege en hebben die met brio binnen gehaald na een collectief sterke prestatie. Niet toevallig opende Jesse Brouwers de score. Jesse had met twee doelpunten zijn verdiensten bij de overwinning en het zal hem deugd doen dat hij vertrokken is. Zelf was ik in de eerste helft ook wel bepalend, want het eerste doelpunt van Brouwers kwam er toen de doelman van Knesselare (Ward Van Cauwenberge, red.) een schot van mij in zijn voeten afweerde. Bij het tweede loodste ik Tom Van Hijfte door de verdediging van Knesselare. Tussen die beide doelpunten liep Linus Huyghebaert van Knesselare tegen rood aan en dat was naar mijn gevoel eigenlijk wel een zware sanctie. Hij tikte Jesse Brouwers aan op weg naar doel, maar hij had nog een verdediger in zijn beurt.”
Met elf tegen tien en een 2-0-bonus op het bord lag de wedstrijd bij de rust al in zijn definitieve plooi. Op drie minuten tijd liep Evergem 2020 van 2-0 naar 5-0 uit.
“Na de rust werden het vijf dolle minuten met doelpunten van Brouwers, Mathias Verbrugge en mezelf. Met zo’n ruime voorsprong op het bord voetbalden we iets minder scherp en zo wist Knesselare nog te milderen tot 5-2 en dat zou eigenlijk niet mogen gebeuren.”
Voor het seizoen viel moeilijk in te schatten wat Evergem 2020 waard was. De ploeg haalde wel 81 op 90, maar er is natuurlijk een gigantisch verschil tussen tweede en derde provinciale.
“Over top vijf hoor je hier niemand spreken, maar een plaatsje in de linkerkolom moet wel haalbaar zijn voor ons.”