Doorslaar kroonde zich vorig seizoen tot kampioen in tweede provinciale C. Ook voor coach Stefaan Van Dender was dat een kleine verrassing, al viel er op titel niks af te dingen. Twee weken voor de competitiestart hadden we een babbel met Van Dender.
“Vooraf hadden we eigenlijk niet van de titel gedroomd. Het jaar voordien wordt het op de slotdag duidelijk dat je als twaalfde degradeert en dan draag je op mentaal vlak wel wat me je mee. We kwamen iets minder goed uit de startblokken en aanvankelijk zwaaide Sinaai de scepter. Maar na een reeks van vijftien overwinningen op rij sloegen we een kloofje met de tegenstand en was het duidelijk dat de titel wenkte.”
Een pure goalgetter is meestal een belangrijk ingrediënt in een kampioenencocktail. Dat was bij Doorslaar niet anders.
“Timothy Van Laecke was natuurlijk een heel belangrijke pion voor ons. Welke coach wil er geen spits die er 38 maakt? We hadden graag Timothy aan boord gehouden, maar hij nam het besluit de schoenen aan de haak te hangen. Ik kan hem wel wat volgen. Vorig jaar was hij er op dinsdag wel vaker niet en op donderdag kon hij ook niet altijd voluit gaan. Maar op de wedstrijden was hij op de afspraak. Hij probeerde in de vakantiemaanden wat te lopen, maar kreeg steeds een reactie. Het lichaam vraagt om te stoppen en misschien doet hij er wel goed aan om naar zijn lichaam te luisteren. Natuurlijk wordt het een zoektocht om het verlies van Van Laecke op te vangen. Maar misschien kan Kenan Agar (Duffel), 1 meter 94 en sterk op spelhervattingen, zijn rol overnemen. Met Yenten De Rauw (Haasdonk) hebben we er nog een speler bij met wat ervaring in eerste provinciale. Op offensief vlak moet Agar kunnen rekenen op de steun van blijver Bilal Yaddou. Door de komst van spelers als Max Pynaert (Jong Lede), Alexander Thyssen (Eendracht Zele), Hani El Modkari (Berchem) en Maarten Landuyt (Excelsior Mariakerke) heb ik als coach enkele extra opties. Onze ambitie? Moeilijk af te bakenen. We zijn realist en bekijken het van week tot week. We weten dat ploegen als Borsbeke, Drongen, Sottegem en Beveren een pak meer kwaliteit hebben. We hopen evenwel weg te blijven uit de kelderverdieping van de klassering en dat moet haalbaar zijn.”