Kurt Herman begroet heel wat nieuwe gezichten bij Kuurne. Foto RV.
1k
392
In vierde provinciale D overklaste FCE Kuurne A de tegenstander. Langemark-Poelkapelle kon zich lang in het zog van dat Kuurne vastbijten, maar trok toch aan het kortste einde. Davy Vangheluwe nam ondanks een 19 op 21 afscheid bij Kuurne en na zijn vertrek nam de tandem Kurt Herman-Christophe Werquin de touwtjes in handen en zij loodsten hun ploeg naar de titel. Kurt Herman doet het verhaal van het voorbije seizoen en blikt met vertrouwen het nieuwe seizoen tegemoet.
“Na het afscheid van Davy Vangheluwe moest ik als sportief verantwoordelijke op zoek naar een nieuwe T1. Zelf nam ik de B-ploeg onder mijn hoede en de spelers van de A-ploeg drongen aan opdat die taak voor mijn rekening zou nemen. Ik wou de B-ploeg niet in de steek laten en wou dat wel doen op voorwaarde dat ik ook de B-ploeg voor mijn rekening zou kunnen nemen. Met die jonge A-ploeg hebben we de competitie toch wat gedomineerd en ik denk dat we ons verdiend tot kampioen kroonden. Voor onze B-ploeg liep het wat stroever. We sprokkelden maar 19 punten bij elkaar, maar je voelde wel dat de ploeg in de terugronde sterker voor de dag kwam. Zo klopten we in het slot van de competitie Ruiselede met 5-1 en pakten we de volle buit bij Avelgem B (1-3) en dat zijn toch twee tegenstanders die het seizoen in de linkerkolom afsloten.”
In het tussenseizoen sloegen heel wat nieuwe spelers hun tenten op bij Kuurne. De werking blijft dezelfde als vorig jaar. Herman vormt opnieuw een tandem met Werquin. Herman kijkt wel uit naar de start van het seizoen.
“We zijn natuurlijk benieuwd naar wat we waard zijn in derde provinciale. Vorig jaar waren we toch goed voor 83 op 90 en dan hoop je minstens op een zorgenvrij seizoen. De twaalfde plaats is de minimum doelstelling voor mijn spelers. We doen het zowel in de A-ploeg als in de B-ploeg met piepjonge spelers. Kuurne blijft verder inzetten op de jeugd. Alle aanwinsten zijn ook youngsters, maar wel gasten waar we wat in zien. Met de B-ploeg moeten we ook stappen kunnen zetten. Veel jongens proefden voor het eerst van een fanionelftal en maakten doorheen het jaar duidelijke progressie. Die progressie moet zich verder zetten en dan moeten we met die B-ploeg een heel stuk hoger kunnen eindigen.”