In de Croky Cup stonden met Daring Brugge en VC Ardooie twee ploegen tegen elkaar die dit seizoen een reeks hoger aan de slag mogen. Ardooie bleek als eersteprovincialer net dat tikkeltje sterker dan Brugge en haalde het met 3-5. Ghyselen vond dat zijn ploeg het zich nodeloos moeilijk maakte.
“Het eerste half uur leken we naar mijn gevoel op weg om ons vlot te kwalificeren voor de volgende ronde. We vonden elkaar vlot en via Jonas De Coene en Lennert Van De Putte vonden we twee keer de weg naar doel. In het derde kwartier speelden we wat minder zuiver en werden we twee keer onterecht afgevlagd. Bovendien kreeg Brugge dan ook nog een goedkope strafschop en zo werd het weer een wedstrijd. Na de rust kwam Daring Brugge heel gedreven uit de kleedkamer. Wij waren wat slapjes in dat vierde kwartier en dan weet je dat je tegen een ploeg ‘in the flow’ in de problemen kan raken. Bert Cleenwerck bracht Brugge zelfs op voorsprong, 3-2. Duidelijk was dat we uit een ander vaatje moesten tappen. We vonden het goede voetbal van in het eerste half uur terug en na de gelijkmaker van Dante Mortelé kon Jonas De Coene ons met twee doelpunten in de tweede ronde trappen. In de eindrondewedstrijd tegen Westrozebeke was hij op het einde van het seizoen goed voor drie doelpunten en ook nu legde hij er drie in het mandje. Hopelijk blijft hij vlot de weg naar doel vinden. We staan nu voor een zware opdracht in de tweede ronde. We trekken naar Wielsbeke, toch een topper in derde nationale. Voor de spelers is het een heel mooie uitdaging en als trainer ben ik ook wel benieuwd om te zien wat mijn ploeg tegen zo’n sterke tegenstander kan.”
Bij de kersverse eersteprovincialer waren Dante Mortelé en Clément Tournicourt de nieuwkomers die aan de aftrap verschenen. Vusumuzi Nyoni behoorde nog niet tot de selectie. Ver raken in de beker was geen doel, maar wel een middel om op te bouwen richting competitiestart.
“Van de kern van vorig seizoen vertrokken geen vaste waarden en Vusumu Nyoni buiten beschouwing gelaten heeft geen enkele van de nieuwkomers al ervaring in tweede provinciale. Maar het zijn wel stuk voor jongens die zich willen bewijzen en in eerste provinciale vaste waarde worden of toch minstens speelminuten verzamelen. De gemiddelde leeftijd van mijn spelersgroep is 22 jaar en op zich is het al straf dat we in eerste provinciale staan. In het seizoen 2021-2022 knokten we nog om ons te redden. Zelfs na het behalen van de eerste periodetitel droomde hier niemand luidop van de promotie. Het maakt de ‘challenge’ enkel maar leuker.”