SK Steenbrugge kijkt tevreden terug op het voorbije seizoen. Twee jaar seizoenen geleden sprokkelde het maar 17 punten bij elkaar. Dit jaar was het team van Nick Steyaert goed voor 43 punten. En duidelijk is dat de West-Vlaamse vierdeprovincialer nog beter voor de dag hoopt te komen. Dat is ook het doel van coach Nick Steyaert.
“We hebben vorig jaar een grote stap vooruit gezet. Van de rode lantaarn in de reeks naar een stevige middenmoter. Op termijn vind ik dat we met dit Steenbrugge een kandidaat voor een eindrondeticket moeten worden. Dit jaar is het misschien nog wat te vroeg, al mik ik wel op een plaatsje tussen vijf en acht. Top vijf zou sowieso een geweldig succes zijn, want ploegen als FC Damme, Varsenare B en Oostkamp B zullen de rest wellicht overvleugelen.”
Een blik op het lijstje transfers leert me dat Steenbrugge versterkt uit het tussenseizoen stapt. Zie je het ook zo?
“Heel zeker. Vier jongens verlaten de club, maar enkel Dylan Buffel was een vaste waarde. En we zullen die jongen ook wel missen, want met negen doelpunten had hij zeker zijn verdiensten voor onze ploeg. Toch stel ik vast dat we dit seizoen een surplus aan ervaring hebben. Met de van Maria-Aalter overgestapte Miguel Libbrecht halen we een heel ervaren sluitstuk in huis. Ik vermoed dat hij ook in de kleedkamer een toegevoegde waarde wordt. En Olivier Sergeant kent ook wel het klappen van de zweep. Polyvalent, kan zowel in de verdediging als op het middenveld zijn ding doen. Ook van de van Westkapelle overgestapte Jari De Bisschop verwacht ik wel wat. Misschien kan Bonny Okeba wel de revelatie worden. Bij Daring Brugge verdween hij uit beeld, maar in ploegen als Damme en Lissewege liet hij wel iets zien. In laatste instantie trokken we ook nog een extra spits aan: Quentin Matthijs. Hij hervat, maar was in het verleden toch een nuttige pion voor Oostkamp B. Reken daar nog een paar andere versterking bij en de conclusie is dat we zowel qua kwaliteit als in de breedte versterkt zijn. Er zal nog meer dan vorig seizoen geknokt moeten worden voor de plaatsjes en dat zal voor enkele jongens nieuw zijn. Toch moet die verhoogde concurrentie ons naar een hoger niveau tillen.”