Malick Gaye (Sint-Denijs) na 2-0-winst tegen Berlare: “We blijven met beide voetjes op de grond”

Social:

1k

399

Opvallend in eerste provinciale: het podium van de eerste periode wordt gevuld door drie ploegen die vorig seizoen nog in tweede provinciale voetbalden. Borsbeke eerste, Sint-Denijs tweede en Kleit derde. Malick Gaye, centrale verdediger bij Sint-Denijs, is verrast dat zijn ploeg het zo goed doet.

“We zijn een promovendus in de reeks en we zijn de competitie begonnen met als doel een rustig seizoen te spelen. Zo vlug mogelijk ons van het behoud verzekeren en we zien wel of er meer in zit. Na de 2-0-zege tegen Berlare hoorde ik in de euforie jongens zeggen dat we net zo goed de periodetitel hadden kunnen pakken. Een gelijkspel in het duel tussen Borsbeke en Munkzwalm en het was zo ver. Maar ‘als’ en ‘indien’ telt niet in het voetbal. Wat niet betekent dat we wel fier mogen zijn op hetgeen we de voorbije maanden lieten zien. Tegen Berlare was het een wedstrijd waarin beide ploegen van het eerste kwartier een studieronde maakten. Na dat openingskwartier kregen wij toch een licht overwicht. Vijf minuten voor de rust sneed Bo De Meyer naar binnen en de doelman van Berlare liet zich verrassen door zijn schot.”

Sint-Denijs trok de rust in met een 1-0-voorsprong op het bord. Gaye vond dat de zege van zijn ploeg niet echt meer in gevaar kwam.

“Tijdens de rust hield coach Jean-Marie Alexander ons op scherp. Hij wees ons op de valkuilen die er waren in de tweede helft. Maar we hebben het na de rust vrij goed gesloten kunnen houden. Doelman Jordi De Jonge moest wel bij de les zijn bij een vrije trap en ook wat plukwerk verrichten, maar echt gevaarlijk werd Berlare niet meer. En toen Lamine Bouchalaa na een hoekschop voor de 2-0 zorgde, kregen we het toch het gevoel dat het binnen was. Het deed ons deugd om te zien dat we intussen opgerukt zijn naar de tweede plaats, maar we blijven met beide voetjes op de grond. We schrijven momenteel een mooi verhaal, maar we willen in eerste instantie zo vlug mogelijk zekerheid over het behoud en daarna zien we nog wel.”