
KSK Roeselare viert de titel in tweede nationale. Foto Francky Dryepondt/RV.
In tweede nationale A vierde KSK Roeselare dit weekend de titel. Zelf bleef het op een gelijkspel steken in Lebbeke, maar dichtste achtervolger RC Harelbeke verloor in Torhout en dat betekende dat er een feestje gebouwd mocht worden. Eens te meer bleek Dieter Lauwers de kampioenenmaker. Vijf keer loodste hij een ploeg naar een hoger niveau. Twee keer met Oostkamp, een keertje met Wielsbeke en de voorbije twee seizoen nam hij Roeselare bij de hand en bracht hij de club van derde naar eerste nationale. Lauwers genoot natuurlijk van het feestgedruis.
“We waren er vorige week al heel dichtbij. We hadden niet verwacht dat Zelzate zou verliezen en zo waren we vorige week na 90 minuten virtueel kampioen. In de toegevoegde tijd slikken we dan nog de gelijkmaker en de ontgoocheling was natuurlijk groot. Tegelijkertijd beseften we dat de titel er zat aan te komen. We hadden nog drie kansen om het af te maken en waren er wel van overtuigd dat we ons tot kampioen zouden kronen. Het was zaak om goed te herstellen en de klus te klaren in Lebbeke.”
De verhoopte driepunter kwam er niet in Lebbeke, maar door de nederlaag van Harelbeke tegen Torhout mocht er zaterdagavond al gevierd worden. Lauwers vindt dat er op de titel van zijn ploeg niks af te dingen viel.
“In Lebbeke bleef het nog even spannend. Wij voetbalden wel dominant en klommen via Daan Debouver op voorsprong. De kansen om een tweede doelpunt te maken kwamen er, maar misschien waren we iets minder scherp of zat het wat tegen. Rond het uur maakte Lebbeke op strafschop dan gelijk. Met een 1-1 op het bord in Harelbeke bleven we virtueel kampioen, maar was het nog wat afwachten. Finaal haalde Torhout het en kon het kampioenenfeestje beginnen.”
“Ik denk dat er op onze titel niks af te dingen valt. We staan intussen acht punten voor op Harelbeke en bleken toch de meest regelmatige ploeg. Deze titel is het werk van een kwalitatief sterke en mature spelersgroep. Spitsen krijgen we vaker de aandacht, maar in mijn team mag Fries Deschilder zeker een ‘key player’ genoemd worden. Negentig minuut draaft hij over en weer. Hij is toch vaak de man die de ploeg op sleeptouw neemt. Maar elke speler heeft zijn verdiensten in het verhaal. Doelman Leandro Depaepe mag terugblikken op een sterk seizoen. In een ploeg die dominant speelt en niet zo veel weggeeft, is het vaak moeilijker als doelman. Hij stond er evenwel wanneer ie er moest staan. Mijn hele verdediging blonk trouwens uit qua stabiliteit. In het middenveld kon Deschilder rekenen op de steun van een heel ervaren speler als Masis Voskanian, Daan De Bouver en Jelco Schamp. Voskanian is intussen 35 maar op zes was hij in een aantal wedstrijden nog steeds een meerwaarde voor zijn team. Ook Daan Debouver en Jelco Schamp kunnen op een sterk seizoen terugblikken. In de vuurlinie was Jens Naessens wel een belangrijke pion. De acties van Michiel Clyncke en de voorzetten van Jasper Beyens waren ook troeven op weg naar de titel. Maar nogmaals, ik gebruikte 21 spelers in de titelstrijd en elk van hen verdient een pluim. Als coach ben ik wel tevreden met die vijfde promotie en mijn derde titel. Af en toe krijg je kritiek te horen en denk ik bij mezelf: doe eens normaal. Net daarom doet het deugd om dan opnieuw een prijs te pakken.”
Uiteraard kijkt de club al reikhalzend uit naar het vervolg van het verhaal. Welke rol is er weggelegd voor SK Roeselare?
“We gaan in eerste instantie proberen om ons van het behoud te verzekeren. Zit er meer in, des te beter. Maar het lijkt me niet gepast om als nieuwkomer al te hoog van de toren te blazen.”