Cappuccino Waregem doft zich op voor de komst van MVC KBC Kortemark. Het team van Koen Vervaeck kroonde zich vorig seizoen tot kampioen in tweede nationale en paste zich wonderwel aan het niveau op het hoogste niveau aan. Met een bonus van elf punten op Sint-Gillis-Waas, ploeg die op de barrageplaats staat, is het behoud quasi een feit. In de aanloop naar het West-Vlaams onderonsje tegen Kortemark hadden we een babbel met Koen Vervaeck. Voorzitter, sponsor en coach tegelijkertijd van Cappuccino.
“Al bij al hebben we niet zo veel leergeld betaald en lijken we op weg naar het behoud. Maar ik ken het verhaal van het vel en de beer en hopen dat we snel de kaap van 20 punten halen en dan denk ik dat we zeker zijn van een verlengd verblijf. Nog drie of vier punten pakken en we spelen ook volgend seizoen op het hoogste niveau, maar we mikken natuurlijk hoger en gaan er sowieso het maximum uit halen.”
Het seizoen is net over halfweg. Hoe bekijk je die kennismaking met eerste nationale?
“Er is natuurlijk een hemelsbreed verschil met tweede nationale. Daar heb je het gevoel dat beide ploegen ontspannen de wedstrijd tegemoet gaan. In eerste nationale voel je van bij het eerste fluitsignaal die gedrevenheid en spanning. Er wordt iets meer afwachtend gespeeld, maar af en toe zorgden snelle balcirculaties ervoor dat het tempo de hoogte in gaat en dat is wel een verschil met tweede nationale. In het begin hadden we het daar iets moeilijker mee. Nu hebben we dat min of meer opgepikt.”
In september leek Waregem een degradatiekandidaat, maar enkele maanden later ligt de weg naar het behoud breed open. Vanwaar die goede gang van zaken?
“In het begin van het seizoen waren we nog zoekende. Je moet weten dat we vorig seizoen met Quentin Vaneeckhoute een wapen in huis hadden dat kon tellen. Hij maakte wel vaker het verschil, sleepte ons ook door moeilijke momenten. Door het vertrek van Quentin moesten we anders voetballen en dat bleek toch een zoektocht. De eerste wedstrijd bij Geraardsbergen wonnen we wel met 2-3. Een hoogvlieger qua spelniveau was het niet. Een week later kregen we een 2-9-pandoering tegen Elsegem en volgden nederlagen tegen Kortemark en in Maldegem. In de bekerwedstrijd tegen Ardooie voelde je al dat we aan het groeien waren en een sleutelwedstrijd in deze competitie was toch het duel tegen Oostkamp. We wonnen met 9-1 en twee weken later versloegen we ook The Oliver Boys. De trein was vertrokken. Belangrijk gegeven is toch wel de vriendschap in de ploeg. Die jongens spelen al langere tijd samen en gaan voor elkaar door het vuur. En natuurlijk is er ook wel kwaliteit.”
Kortemark komt er aan. Dat is natuurlijk een bijzonder duel.
“Dat is het zeker. Een West-Vlaams duel en ook een duel tegen ex-speler Quentin Vaneeckhoute. De rivaliteit met Kortemark valt wel mee. Je loopt elkaar vaak tegen het lijf, maar het is een klein wereldje en op zich moet je met elkaar verder. Ik heb het gevoel dat de rivaliteit tussen enkele Oost-Vlaamse ploegen groter is dan die bij de West-Vlaamse. Natuurlijk hopen wij de puntjes thuis te houden tegen het team van Geert Seynaeve. Jammer genoeg zullen we niet met onze sterkste ploeg kunnen aantreden. Dat was vorige week ook al zo. Maar dat geeft ons kansen om enkele andere jongens speelkansen te geven. Zo deed Joeri Serruys het wel meer dan behoorlijk in zijn eerste wedstrijd in het doel op het hoogste niveau. Dit weekend krijgt ook Kenneth Deryckere zijn kans. Die jongen doet het goed in derde nationale en werd weggeplukt door Kassani Elsegem, maar we willen hem toch eens de kans geven om te tonen wat hij in zijn mars heeft.”
Hoe zien de toekomstplannen voor Cappuccino er uit?
“We hebben dit seizoen al stappen gezet doorheen het seizoen en hopen volgend seizoen nog sterker voor de dag te komen. We willen het kloofje met de subtop dichten. Met de komst van Luca Vancayseele haalden we een jonge en beloftevolle speler in huis en we hopen de ploeg nog wel te versterken. Op termijn moet Waregem klaar zijn voor top vijf en top vier zou nog mooier zijn.”