![](https://usercontent.one/wp/www.kantine11.be/wp-content/uploads/2025/01/MatthieuBekaert-1024x768.jpg)
Matthieu Bekaert was een van de sterkhouders bij Knesselare. Hij trekt naar LS Merendree. Foto Dominique Lampo.
Elk jaar zijn er wel enkele ‘youngsters’ die zich ‘in the picture’ spelen in het provinciaal voetbal. Matthieu Bekaert is zo’n jong talent. In het shirt van tweedeprovincialer VK Knesselare speelde hij zich de voorbije twee seizoenen in de kijker. Op het einde van het seizoen verlaat hij evenwel de club van voorzitter Jean-Pierre Buyle en gaat hij voor reeksgenoot LS Merendree spelen. We hadden een babbeltje met de 20-jarige middenvelder.
“Het is zo dat er de voorbije maanden wel behoorlijk wat interesse voor me was. Ik wou graag een stapje vooruit zetten, maar geen stap overslaan. LS Merendree leek me een goede keuze. De ploeg is toch al jarenlang een topper in tweede provinciale en ik hoop dat ze de stap naar eerste provinciale kunnen zetten. Dat zou misschien wel het ideale scenario zijn. Ik ben natuurlijk heel blij voor de kans die ik kreeg in Knesselare en dankbaar voor de kans die ik kreeg van voorzitter Jean-Pierre Buyle en van trainer Stefaan Van Riel.”
Enkele jaren geleden droomde je vast van spelen op nationaal niveau. Spelers van je lichting piepen nu om de hoek bij Fortuna Dusseldorf, Cambuur of Francs Borains. Jij koos voor Italië. Hoe kijk je terug op die keuze?
“Als jeugdvoetballer hoop je natuurlijk steeds om zo hoog mogelijk te spelen. Ik speelde bij Club Brugge, AA Gent en Zulte Waregem, maar daar zat ik bij de U16 niet op dezelfde golflengte met de coach en stopte het verhaal daar. Nadien koos ik er voor om naar Italië te trekken en dat was zeker niet de beste keuze. Via een makelaar kwam ik bij Sambenedetesse terecht, een ploeg in de Italiaanse Serie D. Daar trainde ik mee met de A-kern, maar bleef ik vooral door een ontbrekend document in de papiermolen lang wachten om inzetbaar te zijn. Toen alles in orde was behoorde ik voor het eerst bij de selectie. Een weekje later bleek de club failliet en keerde ik terug naar België. Terug in België testte ik wel bij clubs als SK Deinze, KV Oostende en Knokke. Dat avontuur in Italië zorgde ervoor dat ik niet met de beste ‘mindset’ die tests afwerkte. Het voetbalplezier was zoek.”
En bij Knesselare vond je dat voetbalplezier terug?
“Zeker weten. En het is vooral dankzij enkele vrienden dat ik terug het shirt van Knesselare aan trok. Mijn eerste voetbalpasjes zette ik daar en het leek me wel leuk om aan de zijde van vrienden als Matisse Mestdagh, Guillaume Van Hulle en Jente Termont te spelen. Die speelden toen zelfs nog enkel bij de beloften. Voorzitter Jean-Pierre Buyle was natuurlijk tevreden dat ik voor Knesselare koos en ook trainer Stefaan Van Riel zag het wel zitten dat ik terugkeerde naar mijn oude club. Ik wou eigenlijk vooral weer plezier beleven aan het voetbal, maar werd natuurlijk snel geselecteerd voor het eerste elftal. Daar werd ik vooral door Nico Blondeel en Dario De Cuyper goed begeleid. Zij zorgden ervoor dat ik snel mijn draai vond in het eerste elftal. Ik denk dat ik de voorbije twee seizoenen wel mijn mannetje stond.”
Intussen weten we wel zeker dat je niet alleen op het verlanglijstje van Merendree stond. Wat vind je zelf je voornaamste kwaliteiten als speler? En wat zijn je manco’s?
“Eén tegen één ben ik wel sterk en met de bal aan de voet overbrug ik snel afstand. Mijn manco is misschien wel het gegeven dat ik nog meer defensief werk moet opknappen.”
Hoe zie je je toekomst als voetballer?
“Ik heb een behoorlijke stap terug gezet, maar ben uiteindelijk nog maar 20. Ik heb nog heel veel mooie jaren voor me en op termijn kan ik misschien wel weer op een hoger niveau tonen wat ik waard ben.”
Redt Knesselare zich?
“Dat is natuurlijk wel de bedoeling. Komend weekend staat er met de komst van Melsen natuurlijk een heel belangrijke wedstrijd op het programma. Vorig seizoen was onze eerste periode ook niet zo goed, maar vonden we toch onze draai en zetten nadien een reeks van twaalf wedstrijden op rij zonder nederlaag neer. Nu weegt natuurlijk het vertrek van Daan Hooreweghe. Een typische goalgetter hebben we niet. Toch moet het lukken om de schaapjes op het droge te krijgen.”