Pervelo-Ligier Drongen. Geef toe, het is wennen aan de nieuwe naam van Opel Haeck Drongen. Decennia lang was de garagehouders sponsor en de betrokkenheid en steun blijft er nog wel, maar de tandem Pervelo-Ligier is voortaan het sponsorduo bij het minivoetbalteam van Thierry Simoens. Simoens is ex-speler en ex-coach en nam vorig seizoen de bestuurlijke fakkel over van Eddy De Moor. Hij weet dat het niet zo’n makkelijke start was als nieuwe voorzitter. Met hem blikken we vooruit op de start van het minivoetbalseizoen.
“Eddy De Moor is natuurlijk een icoon van deze club en ik had grote schoenen om te vullen. Bovendien was het door de werken in sporthal Keiskant niet altijd makkelijk naar organisatie van onze wedstrijden en naar organisatie van de Supercup toe. Op sportief vlak leken we vorig seizoen ook niet voldoende gewapend om mee te doen voor de prijzen. Een overgangsjaar heet dat dan. Intussen trekken we met een heel goed gevoel naar de eerste bekerronde en de competitiestart. We komen toch een stuk sterker aan de start dan vorig jaar. Inaki Van Der Cruyssen trok wel de deur achter zich dicht en gaat bij Elsegem aan de zijde van maatje Lenn D’haene spelen. Met Lorenzo Berwouts haalden we toch een grote vis in huis. Het stond in de sterren geschreven dat de tweevoudige minivoetballer van het jaar nog eens het shirt van Drongen zou aantrekken. We hebben zelfs niet al te hard aan zijn mouw moeten trekken. Lorenzo geniet gewoon heel erg van het spelletje en had wel het gevoel dat hij een goede keuze maakte door voor ons te kiezen. Wat mij betreft is Lorenzo Berwouts nog steeds top drie in minivoetballand en is hij een versterking die kan tellen. Mathieu De Weirdt en Gilles Deceuninck zijn de andere nieuwkomers. Verder is het zo dat Bjorn Caryn na heel wat blessureleed opnieuw klaar is voor de strijd. Minder goed nieuws is er over Maxime Maes. Hij ligt na een kruisbandblessure nog enige tijd in de lappenmand. Zowel kwalitatief als in de breedte zijn we voldoende versterkt op een pak beter te doen dan vorig jaar. Top vier halen is de uitdaging.”