Veel voetbalplezier beleefde FC Meulebeke niet. Coach Steve Swaenepoel besloot zelf al vroeg op het seizoen om af te haken en nadien probeerde de ploeg vruchteloos de sputterende motor aan de praat te krijgen. Meer dan acht punten sprokkelde Meulebeke niet bij elkaar en de degradatie bleek niet af te wenden. Om het dit jaar beter te doen koos de club voor een trainersduo. Marc Calleeuw en Rik Bouckaert moeten ervoor zorgen dat Meulebeke dit seizoen zijn tanden laat zien. Calleeuw maakt drie weken voor de competitiestart een positieve balans op.
“Van de spelerskern van vorig seizoen bleven tien jongens op post en die werden aangevuld met een negental aanwinsten. We gingen vooral shoppen bij Mandel United. Bij die ploeg plukten we drie spelers weg: Mathis Lievens, Ricardo Perneel en Milan Vandommele. Lievens behoorde tot de A-kern, maar hoorde na een kruisbandletsel nauwelijks nog iets van de club en dat speelde zeker in onze kaart om hem naar Meulebeke te halen. Perneel was een vaste waarde bij Mandegel B. Vandommele speelde ook vooral voor de B-ploeg in derde provinciale, maar trainde wel mee met de A-kern en behoorde ook enkele keren tot de selectie. Ook de andere jongens laten wel een goede indruk en voorlopig mag ik ook niet mopperen over de goede wil van mijn ploeg. Ik merk wel dat we behoorlijk vlot kansen bij elkaar voetballen, maar dat de efficiëntie nog omhoog moet. We slikken ook nog iets te makkelijk doelpunten. Werkpunten genoeg, maar op zich voetballen we wel goed en dat is toch de basis.”
Natuurlijk zijn we ook nieuwsgierig hoe dat werkt, twee kapiteins op één schip. En natuurlijk polsen we graag wat de ambitie is.
“Op papier ben ik T1 en draag ik de eindverantwoordelijkheid. Rik (Bouckaert) en ik zitten evenwel vaak samen rond tafel en nemen beslissingen in onderling overleg. Ik kan de reeks niet zo goed inschatten en weet niet goed wat we mogen verwachten. De transfers van Lichtervelde mogen er zijn en Heist zal ook wel bovenin meedraaien. Wij mikken op een rustig seizoen. Als de blessurelast wat meevalt, vind je ons wel in de middenmoot terug.”