Als club hoef je niet noodzakelijk de Heizel te halen om van een geslaagde bekercampagne te spreken. Voor VK Knesselare is het nu al een geslaagd bekerparcours. Eerst eersteprovincialer Vrasene uitschakelen en dan de strijd mogen aangaan met een derdenationaler, mooi is dat. En niet zo maar een derdenationaler: de nieuwe fusieclub KV Diksmuide Oostende speelt zijn eerste inzet met inzet. Michiel Mortier kijkt wel uit naar de wedstrijd tegen het team van ondervoorzitter Karl Vannieuwkerke.
“Natuurlijk is het de competitie die telt, maar je voelt vooral bij de jongere garde dat dit wel een wedstrijd is die leeft. Ik hoef je niet te vertellen dat we overduidelijk de ‘underdog’ zijn. Diksmuide was vorig seizoen in de West-Vlaamse eerste provinciale goed voor 81 punten en begint versterkt aan de competitie. Maar vorige week bewezen we dat er zo vroeg in de voorbereiding altijd verrassende resultaten te noteren vallen. Al bij al denk ik dat we de zege niet gestolen hebben. Het is onze verdienste om een goed blok te vormen en het gevaar van de tegenstander kwam toch vooral uit de tweede lijn. Winnen tegen een ploeg die zo overtuigend de titel in de C-reeks op zak stak, doet wel deugd. Ik ben realist en besef dat het bijzonder moeilijk wordt om voor een bisnummer te zorgen en te stunten tegen Diksmuide Oostende. Het zal vooral zaak worden om compact te spelen. Als speler moet je vooral genieten van zo’n wedstrijd. Ik verwacht dat er behoorlijk wat volk vanuit de kust naar Knesselare zal afreizen en als speler is het altijd leuk om voor wat volk te spelen.”
Mortier woont in Knesselare en keert na omzwervingen bij Maldegem, Adegem en Lembeke terug naar de oude stal.
“Ja, het is wel zalig om met de fiets naar de training te trekken. Ik haal Nico Blondeel dan op en dan rijden we samen naar de Flabbaert. Nico ken ik natuurlijk door en door als ex-speler van Knesselare en op het veld voel ik een speler als Arne De Smet ook heel goed aan, maar voor het overige is het nog zo’n beetje een kennismakingsronde. We gaan niet te veel conclusies trekken uit dit eerste succesje in de beker, maar het is in ieder geval hoopgevend.”