Bijzondere dag vandaag voor Jochen en Jelle Van Neck, tweelingbroers uit Blankenberge. 20 kaarsjes mogen zij uitblazen op hun verjaardagstaart. Jelle doet dit wel in Marseille. Bij Olympique behoort hij tot de A-kern en doorkruist hij al het hele seizoen ‘la douce France’. Jochen is vijf minuten ouder en is bij derdeklasser KSC Blankenberge aan de slag. Een dubbelinterview op onze lezers los laten op hun twintigste verjaardag leek een leuk idee. Met de vraag hoe je als tiener bij Olympique Marseille terecht komt, openden we ons dubbelinterview.
Jelle: “Op zich is het wel een sportieve ‘roller coaster’. Ik heb tot mijn veertiende bij Blankenberge gespeeld. Als klein mannetje klopten er ook wel eens ploegen aan. Als spelertje van de U8 testte ik bij Cercle, twee jaar later bij Club. Die ploegen waren wel gecharmeerd en vroegen om voor hen te kiezen. Ik had meer zin om voor mijn vrienden te kiezen en bleef bij Blankenberge. Als U15 trok ik dan naar Oostende en daar kwam ik snel opnieuw op de radar bij Club Brugge. Ik koos voor blauwzwart en speelde daar drie jaar. Als keepertrainer kon ik rekenen op Peter Mollez en verder waren Timmy Simons, Maarten Martens en Rik De Mil mijn trainers. Wat kan je als speler meer wensen? Vooral in de Youth League speelde ik sterk en tijdens mijn wedstrijd tegen Manchester City was er een makelaar die in opdracht van Olympique Marseille die wedstrijd volgde en bij mij en mijn ouders aanklopte. Bij de nationale jeugdelftallen kwamen ze me ook nog eens bekeken en daar bevestigden ze hun interesse.”
Hoe moeilijk was die beslissing?
Jelle: “Heel moeilijk, ik was toen ook pas 18 en dan is het niet zo evident om zo ver van huis te gaan voetballen, al was ik wel best ambitieus. Het heeft toch wel een paar weken geduurd eer ik toehapte, maar ik ben blij dat ik toen die stap heb duren zetten”
Voor jou, Jochen, liep het anders?
Jochen: “Ja, ik speel al mijn hele leven bij Blankenberge. Ik kreeg net als mijn broer de kans om bij KV Oostende aan de slag te gaan, maar wou liever bij mijn vrienden spelen en zo bleef ik bij Blankenberge ook volgend jaar speel ik nog hier.”
Was dit de juiste keuze, Jochen?
Jochen: “Ik moet toegeven dat ik toch ietwat het gevoel heb de verkeerde keuze gemaakt te hebben. Je hoort me niet vertellen dat ik bij Oostende of een andere topklasser zou doorbreken, maar voor mijn ontwikkeling was het wellicht wel beter geweest. Je traint meer, op een hoger niveau, tegen betere tegenstanders, noem maar op. Wellicht had ik verder gestaan als ik de stap naar Oostende had gezet. Maar begrijp me niet verkeerd, ik voel me wel goed bij Blankenberge.”
Toch bleef het dit jaar vooral bij enkele korte invalbeurten?
Jochen: “Ja, dat klopt. Vorig jaar was ik zo’n beetje vaste waarde en konden we met Blankenberge de stap naar derde nationale zetten. Dit jaar kom ik nauwelijks aan spelen toe. Meestal moet ik me verzoenen met een zitje op de bank, maar af en toe val ik zelfs naast de selectie. Onze coach (Steven Van Moeffaert) verkiest eerder jongens met offensieve kwaliteiten en ik ben als 6 of 8 eerder iemand die de opbouw van de tegenstander probeert te verstoren. En met Renato Neto en Aäron Belpaire is de concurrentie voor mijn positie niet min.”
Je broer behoort intussen tot de A-kern van Marseille. Dat is niet niks natuurlijk. Wat zijn zijn kwaliteiten?
Jochen: “Ik denk dat hij een heel complete doelman is. Goed op zijn lijn, maar ook goede voetjes en hij coacht zijn ploeg ook heel goed. Hij is ook stevig gebouwd en met zijn 1 meter 92 heeft hij ook présence. Ik verwacht ook dat hij vroeg of laat ook echt doorbreekt. Vergeet niet dat hij zes jaar geleden eigenlijk nog rond de kerktoren speelde en er een goed ‘kopke’ op staat.”
Jouw beurt, Jelle. Wat is de sterkte van je broer?
Jelle: “Hij is technisch sterk, heeft vista en gezien hij ook nog vrij jong is, heeft hij nog een duidelijke progressiemarge. Jammer dat hij na dat sterke seizoen van vorig jaar nu wat van het toneel verdween.”
Heeft je broer een goede analyse gemaakt?
Jochen: “Ja, ik denk het wel. Mijn technische bagage mag er zijn en kan zowel met links als met rechts wel mijn mannetje staan. ‘k Denk dat ik ook meestal wel verzorgd speel. Fysiek moet ik misschien nog wel sterker worden.”
Mogen we jou een fan van je broer noemen?
Jochen: “Ja, tuurlijk, zijn grootste fan zelf. Al zijn wij niet de broers die lang met elkaar aan de telefoon gaan hangen. Dat gaat eerder via Messenger, What’s App of SMS”
Jelle: “Af en toe Facetime ik met mama of papa wel eens terwijl ze aan het eten zijn. Dan hebben we zo een soort gezamenlijk moment.”
Hoe moeilijk is het om in een grote stad als Marseille je draai te vinden?
Jelle: “Makkelijk was het niet, maar ik heb toch wel mijn draai gevonden. Ik heb een doel waarvoor ik hier in Marseille ben. En ik slaag er ook wel in om mijn potje te koken.”
Hoe zie je je toekomst bij Marseille?
Jelle: “Als doelman is het zo’n beetje alles of niets. Je hebt hier met Pau Lopez een eerste doelman en met Ruben Blanco een doublure. Ik lig met een andere jongen in balans voor het plekje van derde doelman. Maar die jongen is nu niet fit en ook Blanco heeft een blessure en daardoor lijk ik misschien wel op weg om even tweede doelman te worden. Ik reis sowieso vaak mee voor het geval een van de doelmannen uit zou vallen. Maar nu stijgen de kansen wel dat ik effectief op de bank zit. Effectief spelen doe ik in de D3, een reeks die je kan vergelijken met onze Challenger Pro League.”
Had jij als keeper iemand waar je naar opkeek?
Jelle: “Het zal je niet verbazen dat dit Thibaut Courtois was”
Hoe zie je je toekomst als doelman?
Jelle: “Ik heb een contract tot 2027 en dat is toch wel een blijk van vertrouwen. Ik kan wel een ambitie uitspreken, maar wil me daar niet op vastpinnen. Ik wil er gewoon de komende jaren alles uit halen en zie wel waar ik uit kom.”