In de West-Vlaamse eerste provinciale zwaait Diksmuide voorlopig de scepter. De ploeg van coach Dieter Vandriessche stak de eerste periodetitel op zak en bouwde zijn voorsprong van vijf naar negen punten uit. Vooraf werd dit Diksmuide nochtans niet het etiket van ’titelkandidaat’ opgekleefd. Vandriessche is natuurlijk een heel tevreden trainer na het fraaie parcours van zijn ploeg.
“Het is zo dat wij niet tot de titelfavorieten gerekend werden. Ploegen als Boezinge, Lauwe, Rumbeke en Bredene werden een stuk hoger ingeschat. Zelf had ik ook het gevoel dat die ploeg een tikkeltje sterker waren dan ons. Maar in de voorbereiding voelde ik anderzijds wel dat er muziek in mijn ploeg zat. We schakelden derdenationaler Werik uit en moesten thuis tegen tweedenationaler Wetteren maar nipt de duimen leggen (2-3). In de competitie liep het ook lekker. Op speeldag drie wonnen we met 1-3 in Rumbeke en na de 15 op 15 voelde je wel dat we een woordje gingen meespreken in deze reeks. We gingen na die sterke reeks vol voor de periodetitel en haalden die binnen. Toen volgden gelijke spelen tegen Heestert en Boezinge en vreesde ik wat decompressie na het behalen van de periodetitel. Maar na de 1-8 in Bredene voelde ik wel dat de trein weer vertrokken was. Of de titel nu een ‘must’ is? Wel, het zou niet van gezonde ambitie getuigen als we zouden vinden dat we met minder dan de titel tevreden mogen zijn. Maar goed, het blijft voetbal en gaan de tegenstand niet onderschatten. Varsenare liet me wel een goede indruk, maar die ploeg wil de stap niet zetten naar het nationaal voetbal. Ik verwacht dat ploegen als Lauwe en Boezinge misschien nog wel voor druk kunnen zorgen. Vanuit dat oogpunt wordt het over twee weken tegen Lauwe wel een heel belangrijke wedstrijd.”
Diksmuide ‘on fire’ dus. We vroegen aan Vandriessche ook wat de succesformule is. Met een 38 op 45 en een 50-10-doelpuntensaldo lijkt die wel een toverdrankje gevonden te hebben.
“Ik denk dat wij vooral door onze snelheid van uitvoering de tegenstander quasi week na week in de problemen brengen. We slagen er ook in om dat hoge tempo negen minuten vol te houden. Als trainer ben ik tevreden als ik zie dat mijn middenvelders twaalf tot dertien kilometer afgelegd hebben. We hebben een eerder jonge ploeg. Met Gilles Vercruysse hebben we natuurlijk een topdoelman in huis. Verder zorgen ook mijn broer Aaron, Jonas Hillebrandt, Pirmin Verhelst en Bram De Schuyter voor wat ervaring in het team. We profiteren ook wel wat van de ontwikkeling van jonge spelers als Liam Bronchain, Siebe Vandergunst, Milan Beuckels en Milan Seys om er maar enkele te noemen. Al bij al doen we het zo goed met een relatief onervaren ploeg. Het wordt nu vooral zaak om volgend weekend de punten te pakken in Meulebeke om met een goed gevoel het duel tegen Lauwe tegemoet te gaan.”
Op negen punten van leider Diksmuide volgen Boezinge en Varsenare. Bij Boezinge gaf sportief verantwoordelijke Luc Vanthomme doet dat zijn ploeg met gemengde gevoelens terug keek op de heenronde.
“We hebben het seizoen aangevat met als doel een gooi te doen naar de promotie. Met de tweede plaats kunnen we wel leven, met het puntenaantal en de achterstand op Diksmuide dan weer niet. We zijn realist en beseffen dat Diksmuide op weg is naar de titel. Ik zag ze al drie keer aan het werk en het is een beresterke ploeg. Ze hebben ook het voordeel dat ze in de breedte sterk zijn, want bij blessures kunnen ze ook nog putten uit hun B-ploeg in tweede provinciale. Wij strijden met een zevental ploegen voor vier plaatsjes in de eindronde. Op dat vlak heb ik er wel goed oog in en verwacht ik wel dat we de eindronde halen.”
Bij het derde geklasseerde Varsenare kijken Stefaan Ameel en Tom Lampo natuurlijk heel tevreden terug op de heenronde. Met de huidige tweede plaats doet het een stuk beter dan vooraf verwacht. Helemaal rimpelloos verliep het slot van 2023 niet, want sportief manager Danny De Coninck besloot om er de stekker uit te trekken.
Op een gedeelde vierde plaats vinden we Lauwe en Wevelgem terug. Bij Lauwe ietwat dezelfde balans als bij Boezinge. De vierde plaats is niet onaardig, maar de club hoopte natuurlijk langer mee te doen voor de oppergaai. Wevelgem speelde vorig seizoen kampioen, maar verkoos om niet de stap naar het nationaal voetbal te zetten. De ploeg van dit seizoen is evenwel een heel ander team dan dat van vorig jaar en coach David Decock is niet ontevreden over de heenronde.
“Na de titel van vorig jaar beslisten quasi alles spelers om uit te zwerven of te stoppen en moest er een nieuwe ploeg gebouwd worden. Initieel kwamen we aan de start van de competitie om bovenaan de linkerkolom mee te draaien. Zeg maar in de buurt van plaats acht, negen of tien. Maar voorlopig doen we het een stuk beter dan verwacht. Op offensief vlak is het nog wat zoeken. We doen het in onze vuurlinie met enkele ‘youngsters’ en dat is niet altijd zo evident om op te boksen tegen ervaren teams en ervaren verdedigers.”
Op positie zes en zeven vinden we Bredene en Rumbeke terug en qua plaats blijven die voorlopig wat onder de verwachtingen. Met respectievelijk twee en drie punten achterstand op de nummer twee is er evenwel nog veel mogelijk. RC Waregem staat achtste en doet daarmee zo’n beetje wat ze vooraf in gedachten hadden.
Sparta Heestert wel kan leven met de negende plaats, maar ook wel voelt dat het onvoldoende gewapend is voor een plaatsje in de linkerkolom. Giovanni Sandra trok intussen de deur achter zich dicht. De ploeg plukte bij reeksgenoot Moen trainer Gregory Vandenbulcke weg.
Voor promovendus Ardooie was enkel het behoud het doel en daar is het team van Pieter-Jan Ghyselen goed naar op weg. Sportief verantwoordelijke Dieter Devos schiet intussen ook goed op in de uitbouw van de ploeg naar volgend seizoen toe.
Voor Excelsior Zedelgem begon het seizoen dramatisch slecht met een 0 op 15, maar het bestuur hield het vertrouwen in de ervaren Marc Calleeuw en die loodste zijn ploeg al bij al vlot uit de gevarenzone weg. Calleeuw sluit het hoofdstuk Zedelgem op het einde van het seizoen wel af en gaat bij Meulebeke een tandem voeren met Rik Bouckaert.
Minder goed nieuws kregen we uit het kamp van Westrozebeke. Zij besloten om volgend seizoen enkel nog een vierdeprovincialer in lijn te brengen. Voor Moen blijft het behoud de enige doelstelling die dit seizoen rest. Net als voor Oostnieuwkerke, Dottigniers en Meulebeke. Bij Oostnieuwkerke speelde Romain Haghedooren het jaar na jaar klaar om de club in de reeks te houden. Hij trok er al vroeg op het seizoen de stekker uit. Ook nu wacht coach Stijn Seys vooral een strijd om het behoud. Bij Dottignies was Pascal Devreese de man die de ploeg van een stille dood wist te redden, maar het blik Fransen dat hij opende lijkt niet voldoende sterk om de schaapjes op het droge te houden. Devreese zette intussen een stapje opzij. Bij Meulebeke stelde Steve Swaenepoel snel vast dat het quasi ‘mission impossible’ was om Meulebeke in eerste te houden. Rik Bouckaert doet de komende maanden een poging om de club minstens een jaartje langer in eerste te houden.”