
Yenten Van Hoecke (Wetteren) kijkt uit naar de wedstrijd tegen Diksmuide-Oostende. Foto Dominique Lampo.
RFC Wetteren is ‘on fire’. Na de 2-5-nederlaag van Mandel United tegen VW Hamme was Wetteren zaterdagavond al zeker van de periodetitel. Het belette de ploeg niet om zondag bij de buren van HO Kalken de puntjes te pakken en daarmee als leider vier punten voorsprong te hebben. De voorbije jaren moest Wetteren knokken om in tweede nationale niet te verzuipen in het degradatiemoeras, maar als een Houdini slaagde het er steeds in om zich te redden. Tot vorig seizoen. Nu waait er een nieuwe wind bij Wetteren en aanvoerder Yenten Van Hoecke geniet wel van de hoogconjunctuur bij zijn club en hoopt dat Wetteren op het elan door kan gaan.
“De voorbije jaren had ik het wel eens moeilijk om me op te laden. Af en toe trok ik zelfs met tegenzin naar de training. Dit jaar is het een ander verhaal. Als je een reeks zakt, ligt de lat automatisch wel hoog. Dat we zo’n sterke eerste periode zouden afwerken, is evenwel buiten verwachting. Er hangt hier wel een positieve ‘vibe’ en de club heeft zich goed versterkt. Belangrijke pion in dit verhaal is toch Davy Joye. Weet vaak uit het niets een doelpunt te puren of kan met een magistrale pass een verdediging in de knoei brengen. Geen piepjong kuiken meer, maar wel heel belangrijk voor onze ploeg. Net als Kevin Van Den Noortgaete. Vorige week hadden we het tegen HO Kalken zeker niet makkelijk en ik heb het niet moeilijk om toe te geven dat we al te goed beloond werden voor onze wedstrijd daar. In het wedstrijdslot pakt Kevin dan met twee schitterende reddingen uit en stap je toch met de winst van het veld. Als man van Wetteren doet een zege bij de buren van Kalken sowieso veel deugd. We gaan niet naast onze schoenen lopen hier in Wetteren. Daarvoor hebben we al te veel mee gemaakt. Maar we proberen natuurlijk zo lang mogelijk bovenin mee te draaien. Dit weekend wacht ons met de komst van Blankenberge een niet te onderschatten tegenstander. In deze reeks kan iedereen van iedereen winnen en dat zorgt ervoor dat we niet te hoog van de toren willen blazen.”