Niet dat we onze interviews steeds in keurig gepolijst AN afhaspelen. Verre van. Eerder in een soort tussentaal, maar het is altijd leuk om in het ‘Ma(l)degems’ een babbeltje te doen. Met Wolf Ackx (21), nieuw bij Zelzate, kan dat. Op een blauwe maandag leerde ik Wolf kennen aan het Donkse Paardekerkerkhof. Tijdens een toezichtje op de lagere school daar verraste hij me door heel vaardig te jongleren. De journalist in mij had toen al een eerste interview met het jongetje dat toen vier keer per week naar Anderlecht pendelde. Ruim tien jaar later een echt interview.
Hoe kijk je terug op de eerste maand van de voorbereiding?
“Ja, het was best pittig. Bij Cercle trainden we quasi dagelijks. Hier trainen we vier keer per week en ik vond het best stevig. Vrije lange trainingen ook, de basis zullen we zeker gelegd hebben. En ik heb me ook vrij vlug kunnen integreren in de groep. Het bevalt me hier dus wel.”
Zijn jullie klaar om Vlijtingen op te peuzelen (morgen zaterdag, aftrap 16 uur)?
“Op papier is Vlijtingen een haalbare kaart. Tegen een Limburgse tweedeprovincialer mag je niet in de problemen komen. Verrassingen in de beker zijn er altijd en het is zaak om ervoor te zorgen dat wij die verrassing niet zijn. Maar als we het gaspedaal stevig indrukken is dat een wedstrijd die bij de rust al beslist kan zijn.”
Over je opleiding zal er bij Zelzate wel geen twijfel geweest zijn…
“Ik mag niet mopperen over mijn jeugdopleiding. Mijn eerste wedstrijdjes speelde ik bij Excelsior Donk, maar nog als duiveltje of als U6 of zo trok al naar Cercle. Toen ik tien was, trok ik twee jaar naar Anderlecht, maar het was niet makkelijk om vier keer per week van Maldegem naar Brussel te te pendelen. Zo werd het Club Brugge en dat maakte het een pak makkelijker qua verplaatsing. Carlos Vercruysse kwam me dan halen met een busje. Als U18 werd het dan Cercle Brugge.”
Vergelijk de jeugdopleiding van Anderlecht eens met die van Club Brugge.
“Beiden natuurlijk top en Cercle natuurlijk ook. Bij Anderlecht had ik meer het gevoel dat ze inzetten op het beter maken van het individu, bij Club misschien iets meer op het beter maken van het team. En ik was als jong manneke ook wel gedreven om ver te raken als voetballer. In Anderlecht kreeg ik te horen dat mijn snelheid niet je dat was. Dan trok ik naar Elite Sport Performance en daar trainde ik specifiek op snelheid. Ik zette duidelijk stappen en nu wordt mijn snelheid vaak naar voor geschoven als mijn grootste troef.”
Bij Jong Cercle maakte je in tweede nationale echt kennis met ‘mannenvoetbal’. Was dat anders?
“Totaal anders. Bij Knokke had ik tijdens een uitleenbeurt al geproefd van het voetbal in eerste nationale en daar voelde ik ook al dat het om de knikkers ging. Mannen met een job strijden er voor een premie en dat maakt het voetbal toch een stuk virieler. Bij Cercle gingen we daar goed mee om, maar je merkte wel dat het anders was.”
Met welk gevoel kijk je terug op het voorbije seizoen bij Jong Cercle?
“Een beetje dubbel. We hebben eigenlijk een fantastische seizoen achter de rug. Goed voetbal gespeeld, veel punten gepakt, maar in de eindronde de kers niet op de taart kunnen zetten. Zelf begon ik wat minder aan het seizoen. Vaak speelde ik diepe spits en ik haalde niet het niveau dat ik zelf in gedachten had. Maar dan mocht ik op de rechterflank spelen en daar vond ik toch beter mij weg en was ik meer een bepalende speler.”
Het nieuw complex komt er aan bij Zelzate. Zijn spelers daar mee bezig?
“Ja, toch wel. De site waar we nu spelen, is natuurlijk wel wat verouderd en iedereen ziet er naar uit om in het nieuwe stadion te spelen. Zelf kijk ik geweldig uit naar de start van het seizoen. Ik heb begrepen dat ze hier na een wat teleurstellend seizoen weer mikken naar een plaatsje in de middenmoot. Zelf hoop il wel dat we pakweg top vijf halen.”