
Thomas Timmerman (Rumbeke) weet dat de buren van Club Roeselare een taaie brok worden. Foto Dominique Lampo.
De West-Vlaamse eersteprovincialer KSV Rumbeke is aan een indrukwekkende reeks bezig. Dit weekend won het team van Fanny Schamp al voor de negende keer op rij. Tegen Sparta Heestert, won het dit weekend zelfs met duidelijke 8-2-cijfers. Thomas Timmeman legde er twee in het mandje en was onze gesprekspartner na de wedstrijd.
“Die wedstrijd tegen Sparta Heestert voelde wel aan als de eerste echte test. Het is ook geen toeval als je na acht wedstrijden op de derde plaats staat. In de aanloop naar die topper was de gedrevenheid groot binnen de groep. We zetten mekaar voortdurend op scherp en duidelijk was dat we met het mes tussen de tanden aan de aftrap kwamen. Al na de eerste helft was het duidelijk dat wij de betere ploeg waren en met een 4-1-tussenstand namen we al na 45 minuten een optie op de winst. Viktor Notebaert opende al vroeg de score via een vrije trap. Wat later dropte Jérémie Creemers de bal in doel en na een borstcontrole kon ik de bal in de kruising poeieren. Het derde doelpunt kwam er toen de doelman van Heestert een schot van Lilian Bochet niet kon klemmen en Guillaume Devacht maar binnen te duwen had. Na de 3-0 wisten we eigenlijk al dat het binnen was en het is dan wel knap dat je ook na de rust het gaspedaal stevig blijft indrukken en het uiteindelijk met 8-2 haalt.”
De eerste periodetitel heeft Rumbeke al op zak. De titel is uiteraard het doel, maar bij het team van coach Fanny Schamp zijn ze zeker nog niet overmoedig.
“We genieten natuurlijk van de goede gang van zaken, maar je hoort ons niet vertellen dat we op een drafje op weg zijn naar de titel. De achterstand van Boezinge is maar zes punten en in de heenronde spelen we nog tegen hen. En in de loop van het seizoen kunnen blessures en schorsingen steeds roet in het eten gooien. Een dipje valt nooit uit te sluiten. De vergelijking met Diksmuide werd al gemaakt. Zij overheersten ook de competitie en pakten 82 punten. Wij kijken evenwel vooral naar onszelf.”