LS Merendree is voorlopig de enige ploeg die zich ietwat in het zog van FC Eeklo kan vastbijten. Met een 10 op 12 heeft het team van Stijn Claeys ook een mooie start achter de rug. Tegen rode lantaarn FC Assenede werd het zeker geen ‘walk in the park’.
“In de eerste helft waren we duidelijk de betere ploeg. We gaven niks weg en hadden via Gilles Beerens, Mathieu De Weirdt en Zeno Filiaert de kans om op voorsprong te komen. Gillies miste wat overtuiging, de bal van Mathieu ging nipt naast en Zeno trapte de bal op de paal. Na de rust kregen we quasi hetzelfde spelbeeld en hoge pressie van ons zorgde ervoor dat Zeno Filiaert de bal kon veroveren en hij Gilles Beernes op weg zette na de 1-0. Tot dan verliep alles volgens plan, maar een rode kaart van Tim Vleminckx zorgde er wel voor dat het wedstrijdbeeld wat veranderde. We hadden ook nog enkele kansen, maar Assenede had die ook. Gelukkig wisten ze daar niet van te profiteren om op gelijke hoogte te komen. Op zaterdag stapte aanvoerder Nicolas Colanbeen in het huwelijksfeestje en quasi de hele ploeg was op dat feestje. Natuurlijk is dat niet de ideale voorbereiding op een wedstrijd en in dat tweede deel van de tweede helft voelde je dat wel wat. Maar uiteindelijk heeft dat huwelijksfeest niet zo veel impact gehad. Door een goede mentaliteit trokken we het resultaat over de schreef en met een 10 op 12 mogen we nu spreken van een geslaagde start.”
Dit weekend trekt Merendree naar leider Eeklo. Benut het team van Stijn Claeys die wedstrijd om zich op de leidersplaats te hijsen?
“FC Eeklo was bij de start van het seizoen de titelfavoriet en bewijst nu ook op het veld dat dit terecht was. Wij hebben een mooie start achter de rug, maar moeten ook toegeven dat de bal voorlopig wat wil rollen voor ons. In elke wedstrijd waren er een aantal kantelmomenten en het dubbeltje viel voor ons telkens naar de juiste kant. Maar we hadden net zo goed 5 of 6 op 12 kunnen hebben en dat is natuurlijk een heel ander verhaal. Eeklo zat dit weekend als favoriet van start gaan, maar we gaan er natuurlijk alles aan doen om niet met lege handen de Zandvleuge te verlaten.”