Voor het eerst mocht VK Knesselare een feestje bouwen aan de Flabbaert. FC Poesele werd met 5-2 ingeblikt en na twee zware nederlagen op rij werd die overwinning wel gesmaakt. Nico Blondeel speelde uitzonderlijk op positie zes en is een sleutelpion in het team van Stefaan Van Riel.
“Ja, die eerste zege voor eigen publiek deed wel deugd. Met dit Knesselare valt er altijd wel iets te beleven. Op de eerste speeldag legden we er vijf in het mandje in Beervelde. De voorbije weken liep het wat stroever en scoorden Sint-Laureins en Evergem 2020 er vijf. Dit weekend was het weer onze beurt. Met 25 doelpunten in vier wedstrijden viel er al het meest te beleven bij Knesselare. Al had ik liever telkens die vijf doelpunten voor ons zien vallen. Na die twee zware nederlagen hadden we wel een goed resultaat nodig. Ook al omdat intussen duidelijk is dat Beervelde, onze tegenstander op de eerste speeldag, voor een moeilijk seizoen staat. Het zag er evenwel niet meteen naar uit dat we de drie punten op zak zouden steken. Anderhalve minuut ver en Garon Van Loocke trapte er al eentje tegen de touwen. Maar elk nadeel heeft ook zijn voordeel en dat doelpunt schudde ons wel wakker. In die eerste helft waren we naar mijn gevoel ook wel de betere ploeg. De gelijkmaker kwam er op slag van rust en niet toevallig via Daan Hooreweghe. Een kopbal. Bij FC Poesele waren ze ‘not amused’ bij die gelijkmaker. Zij zagen voorafgaand buitenspel. Discutabel. Na de rust hebben we wel de puntjes op de i gezet. Bij een hoekschop stond ik in de tweede zone op de juiste plaats. Dat doelpunt zorgde wel voor vertrouwen en uiteindelijk werd het een ruime zege. Met andermaal een heel belangrijke rol voor Daan Hooreweghe. Kattenrap, altijd op de juiste plaats, killer, zijn teller staat intussen al op zeven. Hij was goed voor de 3-1 en de 4-1 en na een individuele actie zorgde de technisch sterke Jeffrey Berwouts voor de 5-1. Meer dan een tweede tegendoelpunt zat er nadien niet in voor FC Poesele. Ik vermoed dat de coach me ook op positie zes zette om nog meer de ploeg te sturen. Nu hebben we veel spelers die bezig zijn met hun wedstrijd, maar minder met het coachen van anderen. Die taak neem ik graag voor mijn rekening.”
Met een 6 op 12 maakte Knesselare zo’n beetje de start die het vooraf in gedachten had. Nico Blondeel weet ook nog niet wat het seizoen voor zijn ploeg nog in petto heeft.
“In Beervelde haalden we het vlot. Tegen Sint-Laureins waren we een maatje te klein en ook op de overwinning tegen Evergem 2020 viel niks af te dingen. Maar thuis wil ik het nog wel es zien of Jesse Brouwers en co hun slag hier thuis halen. Poesele was een ploeg van ons kaliber en wij trokken aan het langste eind. De komende weken zijn niet onbelangrijk. We ontlopen de ploegen uit de G4 en spelen bij VSV Gent en tegen Zaffelare. Het wordt zaak om tegen die ploegen ook iets te pakken. Voor mij is de insteek toch anders dan bij pakweg Lembeke. Daar wilden we mee doen voor de prijzen en was er wel wat druk. Hier moet niks en mag alles. De club wil uitgroeien tot een stevige en stabiele tweedeprovincialer en is naar mijn gevoel goed op weg. Ze proberen ook wel te zorgen voor sociale verankering en willen de jeugd speelkansen geven. Mathieu Bekaert moest zich dit weekend verzoenen met een een plaatsje op de bank. Met zijn kwaliteiten zal de tegenstand hem wel vlug leren kennen. Heel goede voetjes en een stevige versnelling in de kuiten. En er staan nog wel enkele jongens klaar. Zo maakte Matisse Mestdagh zijn eerste minuten in het eerste elftal en zie ik nog wel spelers die klaar zijn om de stap naar de A-kern te zetten.”