Bruggeling Matisse Arys reed een sterke wedstrijd in de veldrit voor juniores in Knesselare. De eerstejaarsjunior moest in Sil De Brauwere en Miel Dekien zijn meerder erkennen, maar was wel goed voor de derde plaats op het podium. Arys voelde dat die podiumplaats er zat aan te komen.
“De voorbije weken reed ik ook al goed. Vijfde in Kessel, elfde in Wiekevorst en in die wedstrijd waren er toch telkens zo’n 60 renners aan de start. In Knesselare waren we maar met dertig en mocht ik op de tweede rij starten. Ik dook als derde het veld in en kon die derde plaats vast houden. Sil De Brauwere reed iets meer dan 50 seconden van me weg. Ik heb die jongen al geklopt en misschien zat er meer in. Jammer genoeg was ik donderdag en vrijdag wat ziekjes en helemaal top was ik zeker niet. Maar die derde plaats doet natuurlijk deugd.”
Arys is op de weg tweedejaarsnieuweling en in het veld eerstejaarsjunior. De genen heeft hij wellicht van vaders kant. Voetbalfans weten vast dat Kristof Arys enkele jaren voetbalprof was en onder meer bij Cercle Brugge voetbalde, wielerfans weten dat Frank Arys eind de jaren ’70 zes jaar wielerprof was. Over de begeleiding hoor je Matisse niet mopperen.
“Pa Kristof is sportief manager van FC Knokke en in het weekend brengt hij me naar Aalst en daar kan ik rekenen op de begeleiding van mijn opa. Hij heeft nog steeds een fietsenzaak en is natuurlijk zot van de koers. Hij begeleidt me maar net als mijn pa en mijn trainer Rudi Van De Sompel kiest hij voor een geleidelijke opbouw. Zo is mijn wegseizoen er vooral een in functie van het veldritseizoen. Rudi, trainer van Eli Yserbyt bezorgt me trainingsschema’s en ik probeer dat op de voet te volgen. Op de weg sta ik wel mijn mannetje, maar bij de nieuwelingen mondt een wedstrijd wel vaker uit op een massasprint en ik heb niet de power op daarin dan een ereplaats te behalen. Door die derde plaats heb ik ook het voordeel dat ik de komende weken wellicht op de eerste startrij zal staan. Het zou leuk zijn om dit seizoen eens een wedstrijd te winnen, maar vooral volgend jaar moet ik me kunnen tonen. Vooral op een technisch parcours ben ik op mijn best.”