De Maldegemse eerstejaarsbelofte Kay De Bruyckere deed het uitstekend op het BK veldrijden voor U23. Op het loodzware parcours in Lokeren was hij goed voor een vierde plaats en daar was hij zelf best gelukkig mee.
“Vooraf hoopte ik om top vijf te rijden. Jongens als Thibau Nys, Emiel Verstrynge, Joran Wyseure, Jente Michiels en Aaron Dockx reden mee met de elite en dat opende wel perspectieven. Dit jaar rijd ik als eerstejaarsbelofte ook vaak mee met de profs en dan start je achterin. Op de meeste omlopen betekent dit dat je in de eerste ronde al een hoop tijd verliest. Het BK in Lokeren zou me wijzer maken waar ik sta tegenover mijn leeftijdsgenoten. Ik mocht op de tweede rij starten en ik vermoed dat ik als negende of tiende het veld in reed. Vroeg in de wedstrijd vormde zich een groepje van vijf renners en ik hing daar kort achter. Half koers reed ik op de vijfde plaats en had ik het gevoel dat ik vierde kon worden. Ik kreeg Jelle Vermoote in het vizier en voelde wel dat ik die bij kon benen. Meer zat er zeker niet in, want jongens als Witse Meeusen, Lennert Belmans en Viktor Van de Putte hebben lange ‘stelsels’ en zijn dan ook goede lopers en die jongens zijn ook een stuk ouder. De strijd met Jelle Vermoote kon ik winnen. Hoop op het podium heb ik nooit gehad. Het verschil met Van de Putte was niet meer dan vijftien seconden, maar ik kon er geen seconde afknabbelen. Achteraf hoorde ik dat hij in de laatste rond nog ten val kwam, maar zelf schoof ik ook nog onderuit. Met een vierde plaats op het BK hoor je mij niet mopperen.”
De Bruyckere mag zeker een positieve balans maken half januari. Na een wegseizoen waarin hij goed was voor een zevende plaats in de Strade Bianchi en winst in de openingsetappe van de Acht van Bladel laat hij als ‘youngster’ een heel goede indruk. Op Spaanse bodem deed hij zelfs mee voor de prijzen.
“In Valencia heb ik een heel sterke wedstrijd gereden. Al was het een atypische cross. Snelle omloop en elke ronde een aankomststrook van zo’n kilometer. Ik startte op de laatste rij, maar kon snel oprukken en mij bij de koplopers voegen. In de finale ging ik met Clément Venturini zelfs even in de aanval, maar ik voelde dat ik mijn motor zou opblazen en moest wat gas terugnemen. Maar ik spurtte toch mee voor de winst. Venturini werd tweede, de Spaanse kampioen Orts vijfde en ik was daar ook best tevreden met mijn vierde plaats, goed voor 15 UCI-punten. Eigenlijk kwam ik eerder toevallig in Spanje aan de start. Maar onze stageplaats lag niet zo ver van Valencia en zo konden we trainen en wedstrijden rijden combineren. Die UCI-punten die ik daar sprokkelde zijn ook wel belangrijk. Als 18-jarige start je met nul punten en het aantal punten bepaalt toch je startpositie. Met die vierde plaats in het BK sprokkelde is nog eens 25 punten extra. Het seizoen heeft nog wel enkele uitdagingen. Zo wil ik het goed doen in de wedstrijd van de X20 Badkamer Trofee. Er volgen dit seizoen nog wedstrijden in Hamme, Lille en Brussel.”