Kristof Smet, ex-KSK Beveren, zal volgend seizoen T2 zijn bij Lebbeke. Foto RV.
1k
392
SK Beveren doet het goed in eerste provinciale en het kan de komende weken een gooi doen naar de promotie. Dit weekend zakt Sint-Denijs naar Beveren af en dat duel zal wellicht bepalen wie de stap naar het nationaal voetbal mag maken. T1 Kristof Smet weet dat het ‘do or die’ is voor zijn ploeg.
“We staan voor een cruciale wedstrijd met het oog op de promotie. Ik voel ook wel dat het heel erg leeft binnen de groep en binnen de bestuursploeg. Vanuit die bestuursploeg kwam al een duidelijk signaal dat zij bij een promotie er alles zullen aan doen om tot een correcte overeenkomst te komen met de spelers. We hielden in ieder geval een goed gevoel over aan de wedstrijd bij Sottegem. Gretigheid, goed voetbal, veel maturiteit in ons spel en met de 1-3 ook een mooi resultaat. Maar dat alles zal ook nodig zijn om de opdracht tegen Sint-Denijs tot een goed eind te brengen. Wij trokken op de eerste speeldag naar dat Sint-Denijs en we hielden het toen bij een 2-2-gelijkspel. Toen al viel de fysieke sterkte van die ploeg mij op. Ik heb best wel wat jongens met een hoge actieradius, maar zij vonden ook dat de tegenstander heel veel loopvermogen heeft. Dat zal nu niet anders zijn en we zullen top moeten zijn om hen opzij te zetten. Minpunt is dat ik Junior Pepermans moet missen door een schorsing en ik voorlopig niemand van de langer geblesseerden recupereer. Ik hoop ook dat onze twaalfde man ons weet te steunen. Het is opvallend dat we minder volk trekken dan vorig jaar, terwijl we nu toch ook op een mooie derde plaats staan. Naast de promotie pakken zou geen ramp zijn. Bij de start van het seizoen was het de bedoeling om een rustig seizoen te spelen en in eerste instantie een stabiele eersteprovincialer te worden. De stap naar nationale kon later gemaakt worden. Maar nu de trein op het perron staat, zou het jammer zijn die kans te laten liggen. Maar nogmaals, Sint-Denijs wordt een taaie tegenstander en met een 2-2-uitslag zoals in de heenronde komen we niet veel verder.”