SV Loppem kwam dit weekend een stapje dichter bij de titel. 2-3-winst in Ruddervoorde zorgt ervoor dat het team van Jens Constant nu toch wel duidelijk de te kloppen ploeg is. Loppem boog een 2-0-achterstand om in 2-3-winst en uiteraard werd er een feestje gebouwd bij de Stormvogels na een druk bijgewoonde topper. Kjell De Cock liep 80 minuten met een goed gevoel rond en na zijn vervanging zag hij zijn ploeg de laatste stormloop overleven.
“We kwamen 0-2 achter, maar eigenlijk zegt dat niet zo veel over het spelverloop. In de eerste helft hadden we de wedstrijd onder controle. Jammer genoeg lieten we ons twee keer op een strafschop aftroeven. Een beetje raar, want we hebben wel wat grote en kopbalsterke jongens in de ploeg. Op slag van rust maakte Jurrie Vandenkerckhove dan de aansluitingstreffer en dan voelde je wel dat de vlam in de pan sloeg. Ik heb nooit het gevoel gehad dat we gingen verliezen. Tijdens de rust pepte iedereen elkaar op en hadden we het gevoel dat we nog minstens een punt uit de brand gingen slepen. Natuurlijk is het dan zalig om die wedstrijd nog te winnen. Maar Mattijs Decock zorgde met een echte spitsengoal voor de gelijkmaker en zou halverwege de tweede helft ook voor de 2-3 zorgen. Na dat doelpunt kwam Ruddervoorde opnieuw beter in de wedstrijd en was het bij momenten ook wel wat pompen of verzuipen. Bij een tegenstoot zat de 2-4 er ook wel in. Dat vierde doelpunt kwam er niet en zo bleef het bijzonder spannend. In de slotfase mochten we zeker een kaarsje branden voor Harold Van Der Borght. Die haalde een kopbal uit de hoek en was daardoor ook wel een ‘game changer’.”
Loppem telt nu vijf punten voosprong op Eernegem en zes op Loppem. De Cock weet dat het vooral zaak wordt om bij de les te blijven.
“De overwinning tegen Loppem is er natuurlijk een die kan tellen. Vijf en zes punten voorsprong op respectievelijk Eernegem en Loppem is niet niks. Maar toch blijft het zaak om met beide voetjes op de grond te blijven. Elke ploeg heeft nog wel iets te winnen of te verliezen en iedereen zal week na week met het mes tussen de tanden strijden. Voor ons wordt het zaak om geen steken te laten vallen en dan komt het goed.”