Oostrozebeke doorspartelde een moeilijk seizoen. De West-Vlaamse derdeprovincialer raakte al heel snel in nauwe schoentjes en coach Eric Verstraete zette in december een stap opzij. Kenzo Dejonghe kreeg de kans om zich te bewijzen als coach en deed dat ook. Al moest Oostrozebeke zich wel via een achterpoortje van het behoud verzekeren. Na eindrondewedstrijden tegen Zillebeke en Damme verzekerde de ploeg zich van het behoud. Dejonghe hoopt dat zijn ploeg dit keer een stuk boven de degradatiestreep blijft.
“Onze ambitie voor dit seizoen is duidelijk: een zorgeloos seizoen. En we hopen onze thuisaanhang vaker op een overwinning te trakteren. Vorig seizoen wonnen we maar drie thuiswedstrijden en we moeten dus wel wat werk maken van onze thuisreputatie. We vatten het nieuwe seizoen aan zonder twee vaste waarden. Met Loïc Mol verliezen we wel een waardevolle pion in het middenveld. Mathieu Sclabi was eigenlijk ook iemand die meestal aan de aftrap kwam, maar af en toe beslisten werkomstandigheden daar anders over en intussen besloot hij om definitief af te haken. Ik hoop dat Quinten Ragolle de rol van Loïc Mol op het middenveld wat over kan nemen. Jensy Lanckriet is ook wel een aanwinst die kan tellen. Jensy was als jeugdspeler hier aan de slag en koos er na vele jaren in Tielt voor om terug te keren naar de oude tal. Tijdens de eerste trainingsweek liet ook Bjarni Vercaemer al mooie zaken zien en ik heb er vertrouwen in dat deze speler van Otegem wel zijn waarde voor ons kan hebben. Verder strikten we met Colin Verhaeghe (Jong Zulte) en Emile Huys (Sparta Heestert) ook nog twee jonge spelers. Ik denk dan ook dat we voldoende gewapend zijn om een stapje vooruit te zetten en uit de gevarenzone te blijven. Aalbeke is naar mijn gevoel de titelfavoriet. Ze waren de voorbije twee jaar al de beste ploeg uit de reeks, maar slaagden er niet in om de kroon op het werk te zetten. Nu lijken vooral Geluwe en het versterkte Emelgem-Kachtem hen het vuur aan de schenen te kunnen leggen.”