Kenneth Fouquet mikt met Erwetegem vol naar de drie punten. Foto Dieter Ros.
1k
432
In de eerste nationale van het minivoetbal staat Doltcini Erwetegem voor cruciale weken. Drie keer op rij mag het thuis spelen. Eerst tegen The Oliver Boys en dan de dubbele confrontatie tegen Pervélo-Ligier Drongen. De dubbel zit er dus nog in voor de jongens van Frederick De Pessemier en dat verbaast Kenneth Fouquet wel wat.
“We zijn minder sterk dan vorig jaar en de vinger op de wonde leggen is best wel moeilijk. Ik denk dat we individueel stuk voor stuk wat minder sterk zijn en dat zorgt dan ook wel dat je als ploeg niet zo sterk voor de dag komt. Het leuke is evenwel dat alles open blijft in deze spannende competitie. Wij weten wat ons te doen staat. Drie keer winnen betekent dat we alsnog de drie bonuspunten op zak steken. Minpunt voor ons is het gegeven dat Jonathan Ulens out is en dat zullen we wel voelen. Al maak ik me niet te veel zorgen, want we recupereren Lowie Pauwels en staan dus best wel sterk. Tegen The Oliver Boys mogen we ons niet laten verrassen en dan komen de weken van de waarheid er natuurlijk aan. Wie de favoriet is voor de titel durf ik moeilijk zeggen? Het is een hele kansberekening om te zien wie in de play-offs raakt en daar ben ik niet zo mee bezig. Wij gaan vol voor de drie punten en dan is er weer veel mogelijk. “
Vorige week kon Erwetegem ook rekenen op Davy Joye. Net als Fouquet meerdere keren ‘Minivoetballer van het Jaar’. Fouquet besloot intussen om er nog een jaartje bij de doen bij de landskampioen.
“Ik heb dit jaar al getwijfeld om verder te doen, maar besloot dan toch maar om niet in minivoetbalpensioen te gaan. Ik wou zo’n beetje ‘depanneur’ zijn, maar speelde uiteindelijk quasi alles. Al voel ik wel dat ik de trainingen in het veldvoetbal was mis. Vroeger speelde ik vier periodes of toch quasi alles. Nu voel ik als het tempo hoog is dat ik wel aan een adempauze toe ben. Maar ik geniet nog altijd van het spelletje. We hebben ook gewoon een fantastische groep en ben er ook graag bij na de wedstrijd.”