Jesse Brouwers (Evergem 2020) scoorde de voorbije vijf seizoen het meest aantal keer in derde provinciale. Foto Dominique Lampo.
1k
392
Topper in tweede provinciale A. Daar neemt leider Evergem 2020 het op tegen Laarne-Kalken, de nummer drie in de stand. 2020 kan dit weekend de tweede periodetitel op zak steken, maar met een bonus van 16 punten op de zesde in de stand is dat eindrondeticket zo goed als binnen. Het lonkt dan ook naar de titel. Vooral Sint-Laureins en Laarne-Kalken lijken de spelbrekers te kunnen worden. Jesse Brouwers, notoir goalgetter bij 2020, is ex-speler van Laarne-Kalken en leek de geknipte gesprekspartner in de aanloop naar het duel tegen de nummer. We vielen meteen met de deur in huis en vroegen of Laarne-Kalken dé grote uitdager is.
“Het is in ieder geval een uitdager die kan tellen. Veel clubs link je aan drie, vier spelers. Bij Laarne-Kalken is dat minder het geval. Ze zijn vooral sterk in de breedte. Stuk voor stuk goede voetballers en dan heb je het gegeven dat coach Wesley Van Audenaerde wel een organisatie neer kan zetten. Of het dé grootste uitdager is, weet ik niet. Sint-Laureins is natuurlijk ook wel een tegenstander die kan tellen en dat zijn Sleidinge en Eeklo ook wel. Maar ik vind dat we als Evergem 2020 niet de fout mogen maken om te veel te focussen op de tegenstander. Zelf punten blijven pakken en dan doen we zeker tot het einde van de rit mee en is er er veel mogelijk.”
Wesley Van Audenaerde was je coach toen Laarne-Kalken de titel pakte in derde provinciale A. Heb je hem al gehoord?
“Ik kon het niet laten om hem met enkele SMS’jes al een beetje te jennen. Ik heb een heel goede band met hem en na het weekend gebeurt het wel eens dat er wat SMS-verkeer over en weer is. Wesley is trouwens wel een belangrijke schakel in mijn loopbaan geweest. Zowel met Sint-Denijs als met Laarne-Kalken pakte ik een prijs met hem. Hij maakte van mij wel een doelpuntenmachine. Maar zaterdag is hij natuurlijk mijn tegenstander en moet hij niet op geschenken rekenen. Ik heb wel zo’n ideetje wat Wesley zal doen. Hij is wel wat bijgelovig en hoe meer hij de dag van de wedstrijd op zijn hometrainer fietst, hoe beter zijn ploeg speelt. En ik meen dat hij de dag van de wedstrijd ook altijd spaghetti eet. Ook een soort bijgeloof. Als hij dus de hele dag op zijn hometrainer zit, wordt het zeker een kwade tegenstander (lacht).”
Vorig weekend 7-0 tegen Dynamo Beervelde, weliswaar de nummer laatst in de klassering. Goede generale repetitie?
“Ja, bij zo’n ruime zege tank je toch altijd wat vertrouwen, ook al is dat Beervelde niet de sterkste tegenstander. Maar als ploeg hebben we sowieso een stevige thuisreputatie. Vorig jaar haalden we 43 op 45 thuis en dit seizoen verloren we ook nog niet. Op dat vlak wordt het dus ook een uitdaging om die thuisreputatie te bevestigen.”
Ga je dit jaar voor het zesde seizoen op rij met de topschutterstitel pakken?
“Daar ben ik eigenlijk niet mee bezig. Vorig jaar dan weer wel. Ik wou natuurlijk in eerste instantie de titel pakken, maar een vijfde topschutterstitel op rij vond ik ook wel iets hebben. Dit jaar wou ik onze ploeg vooral zo hoog mogelijk hijsen. Twintig doelpunten maken leek me een heel mooie uitdaging en dan hoor je mij niet mopperen als ik zie dat de teller intussen op 23 staat. Maar met Quinten De Muer heb ik natuurlijk een concurrent die ook wel weet hoe je een doelpunt maakt. Ik kan er mee leven dat hij momenteel nog iets vlotter de weg naar doel vindt. En op zich zou ik het pakweg Daan Hooreweghe ook wel gunnen. Topschutter worden is naar mijn gevoel toch iets waar je ook na je loopbaan nog van geniet.”
Een nog belangrijker vraag: wie wordt kampioen in jullie reeks?
“Het lijkt wel of Evergem 2020 het enige juiste antwoord is, maar ik draai al te lang mee in het voetbal om te weten dat het snel kan gaan. In positieve zin als het wat minder loopt, maar ook in negatieve zin als het loopt als een trein. We staan nu wel voor belangrijke weken. Eerst de topper van dit weekend, dan naar het sterke Lovendegem. Nadien thuis tegen Eeklo, naar Maldegem en thuis tegen Merendree. Heel wat valkuilen dus.”