SV Loppem kwam gisteren opnieuw een stap dichter bij de titel. Het stuurde gisteren Westkapelle met 3-1 huiswaarts en daardoor loopt de bonus tegenover Eernegem op tot acht punten. Constant wil nog niet te veel spreken over titelvieringen en rondvliegende champagnekurken.
“We zijn wel goed bezig. 66 punten na 25 wedstrijden, daar moet je als speler van genieten. Het blijft evenwel voetbal en je hoort me niet vertellen dat de strijd gestreden is. Zeker niet met de komst van Zerkegem. Zij hebben ons dit seizoen wel geholpen door Eernegem en Ruddervoorde voetje te lichten, maar bewezen daarmee toch wel de ‘giant killer’ te zijn in de reeks. Het is ook wel meer dan dat. Lorenzo Frickelo heeft wel altijd een goed ‘game plan’ klaar en die ploeg staat niet toevallig vijfde. Net daarom was het zo belangrijk dat we tegen Westkapelle geen steek lieten vallen. Tijdens de wedstrijd had ik wel steeds het gevoel dat we de drie punten gingen pakken. 75 procent balbezit voor de rust, maar uit een resem kansen scoren we maar twee keer. Tien minuten voor de rust verzilverde Ward Onderbeke een assist van Kjell De Cock en wat later had Stijn Moeyaert succes met een schot uit de tweede lijn. Na de rust zorgde Ward Onderbeke rond het uur voor een derde doelpunt en wisten we dat de buit binnen was. Verder dan een eerredder kwam Westkapelle niet.”
Loppem komt opnieuw een stapje dichter bij de titel. Was dit Loppem ook de sterkste ploeg in de reeks? Constant ziet dat vooral het groepsgevoel Loppem tot een sterk geheel maakt.
“Op zich vind ik dat ploegen als Eernegem en Ruddervoorde intrinsiek meer kwaliteit hebben. Wij hebben misschien wel iets meer scorend vermogen dan onze tegenstanders. Efram Vansuypeene 20 doelpunten, Matthijs Decock eentje minder en Kjell Decock ook 13 potjes. Dan heb je meerdere ijzers in het vuur. Een sterkte van ons is ook de flexibiliteit. Mijn spelersgroep beheerst verschillende spelsystemen en daar hebben we ook profijt uit gehaald. Maar nogmaals, dat vel van die beer, hé… En met een wedstrijd tegen Zerkegem voor de boeg verkoop ik dat nog niet.”