in het minivoetbal heeft eerstenationaler IF Assebroeke Brugge intussen twee wedstrijden met inzet achter de rug. In de eerste ronde van de beker van België speelde het 4-4 bij Appels en won het via de schepcorners. Vorige week debuteerde de ploeg bij landskampioen Drongen en verloor het met 8-6. Overmorgen (aftrap 21 uur) ontvangt Assebroek in sporthal Stamina Doltcini Erwetegem voor zijn wedstrijd in de topklasse. Jan Verhelst weet dat zijn ploeg voor een moeilijke opdracht staat.
“Na één speeldag is het duidelijk dat er een wereld van verschil is tussen tweede en eerste nationale. Vorig jaar domineerden we wel vaker de wedstrijd en wonnen we vaak met duidelijk verschil. Nu voel je wel dat je tegen heel geslepen ploegen speelt. Op zich spelen we in Drongen wel een goede wedstrijd. Ze lieten zich wat verrassen door ons en wij slaagden erin om tot 0-2 uit te lopen. In tweede zie je dat ploegen dan vaak panikeren, nog meer uit positie lopen en je hen de doodsteek kan geven. Nu bleef Drongen rustig en met hun hoger druk bogen ze de achterstand om tot een 5-2-voorsprong. Dan hebben we zelf voor hoge druk gekozen en keerden we terug tot 5-5. Bij het ingaan van de vierde periode kozen we ervoor om iets lager te spelen en ik vraag me af of dit de juiste keuze was. Feit is dat je je op dit niveau geen individuele fouten kan permitteren. Zeker tegen niet een kampioenenploeg als Drongen. Tegen Erwetegem proberen we de rug rechten. Voor ons is dit een onbekende tegenstander, maar ik heb begrepen dat we opnieuw tegen een van de betere ploegen aan de slag moeten. Voor de start van het seizoen hoopten we stilletjes om mee toe doen voor de top vier. Maar het veldvoetbal zorgt ervoor dat enkele jongens niet langer mogen minivoetballen en dat scheelt wel een slok op een borrel. Toch denk ik dat we voldoende gewapend zijn om niet in de problemen te komen.”