Op 15 januari blaast het Nederlandse HSV Hoek 75 kaarsjes uit. Vanuit Nederland kregen we al de vraag of hun club af en toe eens de revue kon passeren op de site en dat doen we maar al te graag. We trappen 2025 af met een babbeltje met Gertjan Martens. De Lievegemnaar is al 3 jaar en een half als centrale verdediger een van de sleutelpionnen bij Hoek. Martens is intussen 36, maar heeft een c.v. waar je wel even zoet mee bent. De eerste wedstrijdjes als voetballer speelde hij bij Sparta Ursel en daar werd hij weggeplukt door Club Brugge. Nadien koos Gertjan voor AA Gent waar hij tot de beloften speelde. Nadien volgden clubs als SK Ronse, KV Oostende, Waasland-Beveren, FC Antwerp, Union, Tubize, RWDM, Eendracht Aalst, Knokke en HSV Hoek. Bij die laatste club heeft hij intussen 70 wedstrijden op de teller en daarin scoorde hij 8 keer. Hoek speelt dit seizoen in de derde divisie B en speelt er tegen tegenstanders als Kloetinge, Kozakken Boys, FC ’s Gravenzande en Blauw Geel ’38. Het loopt dit seizoen wel lekker voor Hoek en Martens.
“Hoek is een ploeg die altijd wel wat ambitie heeft en het was dan ook wel de bedoeling om mee te doen voor de prijzen. Daar slagen we dit seizoen aardig in, want momenteel zijn we ’top of the league’. Blauw Geel ’38 volgt op één puntje. Het wordt dus zeker nog een tweede deel van het seizoen om naar uit te kijken. Ik ben ook wel tevreden over de heenronde. Ik stond in de eerste wedstrijd in de basis, maar nadien gooide een knieblessure even roet in het eten. Vanaf speeldag zeven stond ik in de basis en speelde ik alle wedstrijden. Ik heb wel het gevoel dat we tot op het einde van de rit zullen mee doen voor de titel en misschien wel de kers op de taart kunnen zetten. We hebben de beste verdediging in de reeks en vinden vlot de weg naar doel. Alles is dus aanwezig om ver te raken. Vorig jaar pikte ik enkele doelpuntjes mee na een hoekschop. Dit seizoen lukte het maar één keer. Met Mathieu De Smet hadden we vorig jaar wel een speler die de hoekschoppen bijzonder goed wist aan te snijden.”
Klopt het cliché dat er in Nederland offensiever wordt gespeeld.
“Heel zeker, hier proberen ploegen in eerste instantie om er eentje meer te maken dan de tegenstander, terwijl je in België trainers vooral over ‘organisatie’, ‘blok vormen’ en ‘de nul houden’ praten. In Nederland proberen ze veeleer de tegenstander vanuit overwicht op de knieën te krijgen. Het is geen toeval dat Kevin Hebbelinck hier zo goed zijn draai vindt. Als buitenspeler is hij heel snel en krijgt hij toch iets meer ruimte dan in België en dan is zo’n speler moeilijk af te stoppen. Ik vermoed dat hij al goed was voor een tiental assists.”
Hoek is wel vaker een Vlaams bastion. Is dat nog steed zo?
“Toch iets minder dan vorig seizoen. Toen waren Maxime Decraene en Quincy Rombaut hier aan de slag, nu hebben we met Gérard De Nooijer een Nederlandse trainer. Dat scheelt wel. Al blijft het een club waar Vlamingen graag komen spelen. Naast mezelf en Hebbelinck heb je ook nog Giovanni Delannoy, Gilles Vandecandelaere en Michiel Deloose en nog wel enkele Vlaamse jongens in de A-kern.”
Veel mooie momenten mee gemaakt in jouw loopbaan. Wat vind je het mooiste moment?
“De leukste periode was natuurlijk bij Union. Leuke club, dito achterban. Maar natuurlijk is de promotie met Oostende een moment dat ik blijf koesteren. Met Oostende scoorde ik ook via een strafschop en die zorgde ervoor dat we Play-Off 2 wonnen. Jammer genoeg speelden we nooit de finale omdat Marc Coucke geen licentie vroeg voor Europees voetbal.”
Hoe ziet er herfst van je loopbaan er uit?
“De komende maanden gaat de focus natuurlijk naar de titelstrijd. Ik bekijk hoe mijn voetbaltoekomst er uit ziet. Ik had enkele weken geleden al een babbel met Hoek, maar voorlopig kwam daar nog geen vervolg op. Het is dus nog even wachten of mijn voetbaltoekomst in Nederland dan wel in België ligt. Ik geniet nog te veel van het spelletje en voel me nog fit en wil dan ook op een degelijk niveau verder blijven voetballen. k heb nog steeds het gevoel dat ik een meerwaarde kan vormen voor een ploeg in de nationale reeksen en zie wel wat er op mij afkomt.”