Kantine 11 probeert als platform voor wat tegengewicht te zorgen voor de stiefmoederlijke behandeling van het amateurvoetbal door de traditionele media. Wij genieten net zo goed van de tackles in vierde provinciale als van een lekkere pot in de Champions League. Op dat vlak gaat onze sympathie ook uit naar iedereen die de kleinere clubs met hart en ziel steunt. De ‘green keeper’, de barvrouw, de jeugdtrainer, maar ook de sponsor, want ook in de lagere reeksen kost koken geld. Geert Cool is zo’n sponsor en niet van de minste. Met zijn steun onderging Sint-Eloois-Winkel een hele metamorfose. Van derde provinciale naar eerste nationale, il faut le faire. Hij blijft deze club verder steunen, maar wil zich vooral dubbel plooien om SK Roeselare opnieuw de ‘grandeur’ van weleer te geven. Paul Jambersgewijs trokken we naar Roeselare en vroegen we wie hij is, wat hij doet en wat hem drijft. En natuurlijk waren we ook wel benieuwd waar hij de voetbalmicrobe te pakken kreeg en uiteraard of hij zelf een goede voetballer was.
“Dat ik begon te voetballen heb ik eigenlijk wel wat te danken aan de broer van mijn pa, pater Cool. Die gaf les in Lommel, maar was wel heel betrokken met wat er in de regio van Roeselare en Oostnieuwkerke gebeurde. Hij zorgde er ook voor dat er een voor die tijd futuristische kerk gebouwd werd in Sleihaege. Sleihaege is een parochie die zo’n beetje geprangd zit tussen Westrozebeke, Staden, Oostnieuwkerke en Hooglede. Mijn oom zorgde er ook voor een orkest, voor de Chiro en zo werd Sleihaege wel een parochie waar iets te beleven viel. Begin de jaren ’60 werd er ook een voetbalclub opgericht en zo trok ik ook de voetbalschoenen aan.”
En dan ben ik natuurlijk heel benieuwd wat voor type voetballer je was…
“Ik had niet gevoetbald in de jeugd en dat heb ik toch als een nadeel ervaren. Maar ik was wel een harde werker links op het middenveld. Dribbelsterk ook, maar ik miste wel het overzicht. Al stond ik wel mijn mannetje. Na Sleihage volgde Zwevegem en nadien speelde ik vier jaar bij Oostnieuwkerke. Schitterende periode was dat. Na die mooie jaren daar belandde ik voor het eerst bij Winkel sport en daar speelde ik toen twee jaar. Nadien ging mijn avontuur als voetballer verder bij VK Ieper, Passendale en nadien was ik zeven jaar speler-trainer bij Eendracht Hooglede. Tijdens mijn achtste seizoen wou ik aanblijven als speler van de reserven, maar dat zag de toenmalige trainer van Hooglede niet zitten. Sint-Eloois-Winkel ontving me met open armen en daar is dan zo’n beetje het verhaal begonnen. Aanvankelijk was ik speler, trainer en sponsor en slaagden we erin om op 33 jaar tijd te klimmen van derde provinciale naar eerste nationale.”
Maar intussen heb je de overstap gemaakt van Winkel Sport naar SK Roeselare. Hoe moeilijk was die beslissing?
“Heel moeilijk. Mijn band met Sint-Eloois-Winkel is heel sterk, maar ik botste er ook op mijn limieten. We hadden een heel goede bestuursploeg van een tiental mensen, maar het was moeilijk om nog meer investeerders te vinden om er een nog leuker verhaal van te maken. Roeselare had in het verleden wel al eens geflirt met mij en Sint-Eloois-Winkel, maar ik hield de boot af. Op zich had ik het wel moeilijk met het gegeven dat Winkel zo’n beetje op zijn limiet zat. We hadden te weinig achterban, vaak speelden we voor veertig mensen. We trokken ooit naar Patro Eisden en daar werden we opgewacht door acht stewards, terwijl er maar zeven mensen de verplaatsing naar Eisden maakte. Kiezen voor Roeselare was vast even moeilijk als iemand die moet kiezen tussen zijn vrouw en zijn minnares (lacht). Al heb ik de band met Winkel nog niet volledig doorgeknipt. Ik steun hen wel. Het stadion van Winkel werd trouwens omgedoopt tot Geert Cool Stadion en dat vind ik wel een tof gebaar. SK Roeselare lijkt trouwens opvallend veel op het Winkel van vorig seizoen, want acht of negen spelers hebben toch de overstap naar Schiervelde gemaakt. Duidelijk is dat de mogelijkheden enorm zijn in Roeselare. Meer mogelijkheden tot sponsoring, ruimere achterban, noem maar op. Wat nieuw is, is de harde kern. Zo’n 49 supporters van ons hebben een stadionverbod en met zo’n zaken werd ik in Winkel niet geconfronteerd. Op dat vlak is het ook wel een beetje een zoektocht hoe we dat aanpakken. Als voetbalfan ‘pur sang’ geniet ik natuurlijk wel van de sfeer waarvoor een twaalfde man kan zorgen, maar ik ben uiteraard niet gelukkig als er minder fraaie zaken gebeuren. Voor onze eerste wedstrijd was een groep bevriende Nederlandse supporters naar Waregem afgezakt. Die jongens zorgen natuurlijk voor sfeer en dat kan best leuk zijn, maar op zeker ogenblik gooiden die bommetjes bij een 0-1-voorsprong van ons. Het spel lag even stil en daarna waren we wat het noorden kwijt en verloren we. Maar nogmaals, de supporters heb je hard nodig en ik vind het wel leuk als er ‘ambiance’ is. Op dat vlak is het dus heel anders dan in Winkel.”
Hoe zenuwachtig is Geert Cool tijdens een wedstrijd van Roeselare?
“Voorlopig ben ik in Roeselare iets minder zenuwachtig. In Winkel was mijn verbondenheid met de club bijzonder groot. Die binding in Roeselare heb ik voorlopig iets minder, maar ik voel wel dat dit aan het groeien is en dat ik iedere week iets meer meeleef.”
En Roeselare wil duidelijk een kers op de taart. Komt die er volgens jou?
“We hebben ambitie, dat is duidelijk. Maar de reeks is heel zwaar, best pittig. RC Harelbeke is ook ambitieus en wil ook een gooi doen naar de titel en je hebt nog wel wat ploegen die zich dubbel gaan plooien om op het einde van het seizoen een feestje te bouwen. Ik doe niet graag boude uitspraken. Daar krijg je enkel maar reactie op en vaak prikkel je de tegenstander. Maar we zijn wel gewapend om bovenin mee te draaien. We hebben kwaliteit en het merendeel van de jongens heeft ervaring op een hoger niveau. Op 30 zondagen kan dat wel in ons voordeel spelen. Ik heb ook wel het gevoel dat de mayonaise pakt tussen Dieter Lauwers, onze coach, en de spelersgroep. Ik moet hem nog wat beter leren kennen, maar het lijkt me wel een vakman. Maar goed, we leggen de lat hoog. In Winkel bleef iedereen rustig, ook al verloren we vier keer op rij. Hier zal er sowieso meer druk zijn. Maar op zich geniet ik daar wel van. Die druk miste ik wel wat in Winkel. Als ondernemer was ik heel ambitieus en bouwde ik mijn zaak uit van nul tot een zaak met 350 werknemers. Daar slaag je enkel in als je ambitieus bent en die ambitie wil ik ook uitstralen in het voetbal.”
Op zondag is het de traditie dat jullie samen met de kinderen en de kleinkinderen tafelen. Hoe vaak is voetbal dan het gespreksonderwerp?
“Quasi de hele tijd. Het is sowieso een dag waar iedereen naar uitziet, altijd heel gezellig. Ik heb drie zonen en eentje ervan is beetje verslaafd aan Eendracht Hooglede. Ja, er wordt wel wat over voetbal gepraat.”
Je blijft zelf nog druk in de weer voor je bedrijf, haast dagelijks de baan op om zaken te leveren. Blijft er nog tijd over voor een hobby?
“Na een drukke dag neem ik steeds de tijd om mijn koi’s te voederen. Zeker als het wat minder liep, kom ik daar tot rust. Dat hobby heb ik zo’n beetje te danken aan mijn leraar in het vierde leerjaar. Die man uit Hooglede kweekte vissen en door hem is die interesse gekomen. Ik vind zo iets heel rustgevend. Ze blaffen ook niet, bijten niet of maken geen lawaai (lacht) en je hebt het voordeel dat je nauwelijks wat moet regelen als je op reis trekt. De vissen voederen en er naar kijken geeft me een yogagevoel. Daar voel ik me weer zes jaar.”
Zowel als spelers, als voorzitter en als sponsor pakte je prijzen bij de vleet. Springt er eentje bovenuit?
“Als speler blijft me vooral de titel met Oostnieuwkerke in eerste provinciale bij. Voor het seizoen bood Sint-Eloois-Winkel me 100.000 frank (ongeveer 2500 euro) om voor hen te spelen. Ik kon het geld toen wel gebruiken, maar koos voor Oostnieuwkerke en ik heb er nog steeds plezier in als ik aan dat seizoen terug denk.”
Je klonk daarnet heel bescheiden, maar als basisspeler in een ploeg in eerste provinciale moet je wel een goede speler geweest zijn.
“Eigenlijk was ik dat wel. Niet elke speler kan met een dribbel twee of drie spelers uitschakelen. Dat kon ik wel, maar af en toe bleef het vervolg wel uit. Maar ik ben wel fier op mijn loopbaan als speler. Kampioen met Sleihage, dubbele titel met Oostnieuwkerke en ook nog kampioen in Hooglede en Passendale. Vijf titels in mijn loopbaan… Als ik het zo bekijk mag ik daar ook wel fier op zijn. Als voorzitter en sponsor was de titel in 2018-2019 met Winkel Sport toch wel een moment om te koesteren. Eigenlijk hangt daar wel een verhaal aan vast. Tijdens de oorlogsjaren mocht Winkel Sport met truitjes spelen van Izegem. Vandaar ook het rood en zwart van Winkel. Maar dat waren truitjes vol met gaten. Na de fusie werd Izegem Mandel United en zo kwam er ook geel bij als clubkleur. Wij bleven trouw aan het rood en zwart en op zich vond ik het wel leuk dat je zovele decennia later de grotere broer van toen achter ons konden houden in de titelstrijd. Danny Lavens was toen de coach en we hadden toen een fantastische spelersgroep. Munoz, Voskanian, Lutun, Souleymane…”
Is het de adrenaline die je in je lijf voelde als speler die ervoor zorgde dat je die momenten opnieuw kon beleven.
“Ja, ik ben altijd wel wat verslaafd geweest aan het spelletje en speelde liefhebbersvoetbal tot mijn vijftigste. Het voetbal heeft me veel gegeven. Veel interessante mensen leren kennen en ik wou iets voor de sport terug doen. Dat is heel kleinschalig begonnen bij Winkel, maar hoe hoger je gaat, hoe duurder alles wordt en finaal heb ik veel aan het voetbal gegeven. Maar ik kreeg ook veel terug. ‘k Heb ook geen spijt van de financiële inspanningen die ik deed.”
Je plooide je dubbel om tot een fusie te komen, maar dat lukte dan weer niet.
“Neen, het was eigenlijk een droom om meerdere ploegen te laten samensmelten en tot een fusie te komen. SK Platteland, weet je wel. Lendelede, Moorsele, stuk voor stuk zagen ze het niet zitten en ook vanuit de hoek van de politiek zagen ze het niet zitten.”
Zondag een leuke derby. FC Gullegem komt er aan.
“Ja, het is wel een wedstrijd waar er wat meer volk dan gemiddeld op af zal komen. Er zijn sowieso al zo’n 200 mensen ingeschreven voor de footlunch. Met de bestuursmensen van FC Gullegem heb ik trouwens een heel goede band. Die heb ik niet met de burgemeester van Wevelgem. Ons terrein lag er ooit heel slecht bij en toen moesten we uitwijken naar het veld van FC Gullegem. Dat kostte pakken geld en dat vind ik wel jammer. Maar goed, het sportieve is zondag het belangrijkst en natuurlijk hopen we de puntjes thuis te houden. Zou het niet mooi zijn mocht SK Roeselare de stap kunnen zetten naar eerste nationale?”