Ruim 20 jaar geleden zagen we Gaëtan Blanquart zijn eerste ‘matchkes’ spelen bij ‘den SK’. Als trainer bij de duiveltjes in het Maurice de Waelestadion. Toen al waren we ervan overtuigd dat Gaëtan wel ooit zijn mannetje zou staan in een eerste elftal. Grinta te koop, op training hadden ze Gaëtan liever in de ploeg dan als tegenstander. 26 is Gaëtan intussen en hij telt net als iedereen in Ursel af naar de clash in Hansbeke. We openden met de vraag of hij dit weekend het meest genoot van de zege van Ursel of van het verlies van Hansbeke.
“We wisten dat we het tegen Kaprijke-Bentille niet cadeau zouden krijgen en waren vooral gefocust op onze eigen wedstrijd. Vroeg in de wedstrijd kwamen we op achterstand, maar we hebben de wedstrijd dan toch vrij vlot doen kantelen. Na de wedstrijd is het dan vooral genieten van een klein feestje. Vrij vlug na de wedstrijd zag iemand op de site van ‘Das Provincial’ dat Hansbeke 2-0 achter stond. Enkele minuten later kwam daar bevestiging van en dan wisten we ook dat de periodetitel binnen was. Op zich verandert dat de insteek naar komende weekend niet zo veel. Wij komen iedere wedstrijd aan de aftrap om die te winnen en Hansbeke zal er net zo gebrand op zijn om de titel te pakken.”
Wie is de favoriet zondag en zijn jullie bij winst op weg naar de titel?
“Thuis verloren we met 0-3 tegen Hansbeke en in het begin van het seizoen waren we echt nog niet op kruissnelheid. Maar nu we alle tegenstanders bekampten denk ik wel te mogen zeggen dat we de kwaliteiten hebben om de titel te pakken. We hebben ook wel een brede kern en op dertig zondagen is dat toch een groot voordeel. Naar komende zondag toe kan ik moeilijk een voorspelling doen. Ik ken enkel Niels Mestdagh en Shane De Meyer bij Hansbeke en die laatste is niet fit. Het is natuurlijk wel een wedstrijd om naar uit te zien.”
Je draait intussen al langer mee in het provinciaal voetbal. Welke wedstrijden blijven je bij uit die periode?
“Een derby tussen SK Maldegem en VK Adegem blijft me wel blij. Vooral omdat dit wel een geladen wedstrijd was. Er waren toen wel maatregelen door de coronapandemie, maar er was bijzonder veel volk en als je altijd in de jeugd van Maldegem speelde en dan in het shirt van de buren van Adegem speelt, is dat wel bijzonder. Jammer dat het verhaal in Adegem stopte, want we hadden daar ook wel een goede groep. Ik scoorde trouwens het laatste doelpunt in de geschiedenis van die club. Het winnende doelpunt aan de Zandvleuge in Eeklo op de slotdag van de competitie. We wonnen met 1-2 en ontsnapten daardoor aan barragewedstrijden. Na Adegem keerde ik terug naar Maldegem en daar pendelde ik tussen de bank en de basiself. Enkele kwaaltjes zorgden ervoor dat ik te weinig aan spelen toe kwam. Na Maldegem kwam dan Beernem. Fantastische club, leuke groep ook, maar ik heb het gevoel dat het provinciaal voetbal in West-Vlaanderen toch iets minder leeft. In Oost-Vlaanderen kende ik bij elke tegenstander wel iemand en dat gaf altijd wel wat extra kleur aan die wedstrijd. Maar geen kwaad woord over Beernem en al zeker niet over de groep. Superleuke bende daar. Maar dat goede gevoel heb ik ook in Ursel. Het is ook wel een club die toch wel altijd wat volk op de been brengt en een schare trouwe supporters heeft. Je wil ook wel die mensen tevreden stellen en week na week het beste van jezelf geven.”
Is Ursel gewapend om bij een eventuele promotie zijn mannetje te staan?
“Dat denk ik wel. In de huidige spelersgroep is die kwaliteit wel aanwezig. Ervaring genoeg ook. Spelers als Marijn Delaere en Lucas Mortier zijn wel belangrijk op dat vlak. Ik heb intussen ook wel wat ervaring opgebouwd en probeer me op dat vlak ook wel nuttig te maken. En vergeet niet dat we ook behoorlijk wat kwaliteit in huis haalden. Keanu Van Renterghem is een aanwinst die kan tellen. Van Jan Van Laere verwacht ik ook wel iets en Dario De Cuyper is toch een speler die het klappen van de zweep kent. Maar laat ons nog niet te ver vooruit blikken. Eerst Hansbeke en dan zien we wel.”