
Mini Sint-Gillis-Waas beseft dat het moeilijk wordt om zijn hachje te redden. Foto Dieter Ros.
In de eerste nationale van het minivoetbal krijgt Mini Sint-Gillis-Waas nog twee kansen om rechtstreekse degradatie te vermijden. Maar speler en clubverantwoordelijke Floris Prinsen weet dat het moeilijk is. De Waaslanders mogen wel twee weken op rij thuis spelen, maar bekampen leider AZ’77 Maldegem en San Siro Boys Deftinge, voorlopig nummer twee in de stand.
“We hebben nog twee kansen om haasje over te doen met Real Geraardsbergen, maar we beseffen dat het moeilijk wordt. Maldegem gaat vol voor de drie bonuspunten en Deftinge zal de punten op de slotdag ook nog nodig hebben om zich van de play-offs te verzekeren. We moeten er niet te veel op rekenen dat die ploegen minder gemotiveerd zouden zijn. Het zal niet in die wedstrijden zijn dat we het laten liggen hebben. We strijden nu wekelijks met een erg jonge groep, quasi uitsluitend jongens uit de eigen jeugdwerking. Tegen de top zes betalen we duidelijk leergeld, maar tegen de andere ploegen doen we het zeker niet onaardig. Kwaliteiten hebben die jongens stuk voor stuk, maar zowel individueel als qua team moeten ze nog groeien en dat is niet onbegrijpelijk. Van bij de start van dit seizoen was de blessurelast hoog. Dit bracht ons niet tot een strijdvaardig geheel zoals we het vooraf voor ogen of gehoopt hadden. Er haakten helaas ook enkele jongens af door de mindere resultaten en de verzwakte ploeg. Dat laatste stemt ons toch wat triest. Van jongsaf aan doen we veel voor onze jeugdspeler. Als spelers op die manier afhaken dan hebben we een deel van onze waarden waarvoor ‘Mini is Maxi’ staat hen niet goed bijgebracht. Sportief lijkt dat stapje terug een slechte zaak, maar dat stapje terug eeft ons hopelijk opnieuw de mogelijkheid om op een rustige manier aan een nieuw en strijdvaardig geheel te bouwen. Dit met de jongens die verder willen en kunnen minivoetballen. Het ligt niet in onze aard om spelers elders weg te halen. We hopen steeds op instroom vanuit onze eigen jeugdwerking ot zover het mogelijk is. Ook daar zullen we moeten blijven omgaan met het feit dat jongens niet meer kunnen of mogen minivoetballen door hun clubs in het veldvoetbal. Als we onze filosofie in die werking willen aanhouden hopen we toch ook wel ergens op steun, maar vooral de daadkracht van Voetbal Vlaanderen. er werd aangetoond dat minivoetbal een meerwaarde vormt in de opleiding van jeugdspelers. Dan is het jammer dat bepaalde clubs onder hun koepel toch een verbod opleggen op dit minivoetbal en beloftenwedstrijden organiseren op vrijdagavond. Dit is nefast voor het minivoetbal. We hopen in deze laatste twee wedstrijden van het seizoen onze jongens nog wat extra ervaring te laten opdoen. Die ervaring kunnen ze meenemen naar volgend seizoen, want we hopen natuurlijk om terug te keren naar het hoogste niveau.”