Mini Sint-Gillis-Waas slaagde er vorig weekend niet in om San Siro voetje te lichten en zakte daardoor weg naar de vijfde plaats. Morgen is AZ’77 Maldegem de tegenstander en is de ‘Karel-Arena’ opnieuw het decor voor een topper. Floris Prinsen hoopt dat zijn ploeg dit keer wel aan het langste eind trekt.
“We staan voor een moeilijke wedstrijd, want Maldegem is toch wel een stevige tegenstander. Deze zomer shopten ze bij heel wat clubs en je mag van een ‘new look’ Maldegem spreken. Zij willen op hun manier het minivoetbal naar een hoger niveau tillen en bewijzen met hun leidersplaats dat ze zich wel goed versterkt hebben. Ik heb het gevoel dat wij ook wel een stap vooruit zetten. Vorig jaar was de blessurelast behoorlijk groot en vielen de resultaten daardoor wat tegen. Nu zijn we best wel tevreden met die vijfde plaats, al kenden we de voorbije weken een kleine terugval. Tegen Deftinge misten we bij voorbeeld wat efficiëntie en we hebben anderzijds ook nu weer wel wat blessurelast. Zo liggen Tjorven Melens, Lander Van Den Bossche en Emiel De Schepper in de lappenmand. Toch vind ik dat we een beter niveau halen dan vorig jaar en dat zorgt ook wel voor vertrouwen. En we zijn er wel fier op dat we het vooral doen met jongens die het ‘Mini is Maxi-DNA’ hebben. Jongens die bij ons hun jeugdopleiding genoten en nu de stap kunnen zetten naar het nationaal voetbal of ook naar de kerncompetitie. Jammer daarbij is het gegeven dat bepaalde spelers nog steeds niet mogen minivoetballen van hun veldvoetbalclub. Vooral ook omdat Voetbal Vlaanderen zo inzet op de complementariteit tussen veld- en minivoetbal en onze spelers ook gewoon heel graag die sport beoefenen. Maar goed, we gaan nu vooral focussen op de topper tegen Maldegem. Gezien hun klassement en de ingehaalde versterkingen zijn zij favoriet, maar het ligt dit seizoen allemaal dicht bij elkaar qua niveau. Onze voorzitter Karel De Mol fluisterde me toe dat hij de spelers dan wel eens zou trakteren op ‘ribbetjes’.”