Tweedeprovincialer SV Zaffelare verzekerde zich dit weekend van een plaatsje in de eindronde. Na een 4-1-zege tegen Waasmunster is het zeker van een plekje in de top vijf en dat is in de C-reeks voldoende voor de eindronde. Coach Filip Cornelis zag zijn team sterk spelen.
“De eerste twintig minuten waren we gewoon buitengewoon sterk en kon ik als trainer enkel genieten. Gijs De Smet ramde na tien minuten wedstrijd de 1-0 tegen de touwen en nauwelijks één minuut later kon Ennio Gautier een assist van Simon Baeyens verzilveren. Het enige wat voor wat minder tevredenheid zorgde is het gegeven dat de 3-0 er niet kwam. Gijs De Smet, Simon Baeyens en ook andere spelers hadden de kans om dat derde doelpunt te maken. Ons overwicht was groot en dat leidde wat nonchalance in. Waasmunster kwam daardoor wat beter in de wedstrijd en na een foutje van onze doelman werd het 2-1 en waren we al iets minder zeker over de winst. Gelukkig hebben we ons na de rust goed herpakt, bleven we de betere ploeg en toen Simon Baeyens werd aangetikt en de bal op de stip ging, klaarde Baeyens zelf de klus vanop de stip. Met een prachtig doelpunt van buiten de zestien telde Gijs De Smet Waasmunster definitief uit. Na de wedstrijd hebben we een klein feestje gebouwd. Met het behalen van de eindronde kunnen we een doel van bij de start van het seizoen afvinken. Bovendien was het ook het afscheid van Lennert De Waele en Jacob Laureyns.”
Zaffelare maakt dus kans op de promotie naar eerste provinciale. Het is alvast één van de twaalf ploegen die een gooi mag doen naar doe promotie. Cornelis heeft het gevoel dat zijn ploeg er vol wil voor gaan.
“Het bestuur maakte met de spelers duidelijke afspraken over hoe alles geregeld is indien we de stap naar eerste zetten. Je staat natuurlijk met twaalf aan de startlijn en zo evident wordt het niet, maar we gaan ons vel in die eindronde duur verkopen. Enkele jongens sukkelen met kwaaltjes en kunnen misschien wat rust gebruiken, maar over het algemeen ben ik heel tevreden over het spelniveau van de voorbije weken. We kijken dus eigenlijk wel uit naar die eindronde.”