Ewoud De Vleeschouwer hoopt dat Hansbeke de titel kan pakken. Foto Dominique Lampo.
1k
434
In de Oost-Vlaamse derde provinciale A won de top drie en is de conclusie toch dat vooral Hansbeke een goede zaak deed. Muide kon een struikelblok worden op weg naar de titel, maar dat werd het niet. Hansbeke won het kleinste verschil en behoudt zijn ‘pole position’. Ewoud De Vleeschouwer kent het belang van deze zege voor zijn ploeg.
“De voorbije maanden lieten we wel vaker optekenen dat er nog heel wedstrijden zaten aan te komen. Nu zijn we op vier wedstrijden van het einde en voelt dat toch anders aan. We krijgen het gevoel dat het wel kan, al beseffen we dat tegenstanders als VSV Gent en Bellem zo’n beetje van het kaliber van Muide zijn en dat het ook tegen die ploegen nog pittige wedstrijden worden. Al schuilt er in elke wedstrijd wel gevaar. Volgend weekend mogen we ons niet laten verrassen door Balgerhoeke en als we op de slotdag nog de leider zijn denk ik ook niet dat Vinderhoute ons van de titel zal houden. Maar spannend blijft het wel. Tegen Muide werd het ook geen makkelijke zege. In de eerste helft was Muide misschien zelfs lichtjes de betere ploeg, maar doelman Cedric Van De Geuchte zorgde er met een knappe redding voor dat we niet op achterstand kwamen. Wij creëerden iets te weinig voor de rust. Na de pauze werden we duidelijk de betere ploeg. Eerst hadden we wat kleine kansjes en toen Robbe Dierickx werd aangetikt, ging de bal op de stip. Niels De Weerd verzilverde de strafschop. Na dat doelpunt bleven we de betere ploeg en meer dan wat plukwerk moest onze doelman niet doen. Ik denk dan ook dat we verdiend de drie punten op zak staken.”
Tweede provinciale kwam dus iets dichterbij voor Hansbeke. De Vleeschouwer is nog niet bezig met volgend seizoen.
“We zijn er ons van bewust dat het in tweede provinciale een heel ander verhaal wordt. Maar je voelt dat iedereen hier wel gebrand is op de titel. Voor veel jongens zou het de eerste keer zijn dat ze kampioen kunnen worden en dat speelt ook wel zijn rol. We gaan in ieder geval nog vier wedstrijden met het mes tussen de tanden strijden.”