SK Denderhoutem was vorig seizoen goed voor een negende plaats. Dimitri De Vlaminck denkt dat zijn ploeg dit jaar ook goed is voor een plaatsje in de middenmoot. Al stapte hij wel eens de auto in met een minder gevoel tijdens de voorbereiding.
“Ik denk dat je bij quasi alle trainers hoort dat het een voorbereiding met ‘ups’ en ‘downs’ was en dat cliché telt ook wel voor ons. We speelden enkele goede wedstrijden, maar er zaten ook enkele draakjes tussen. De club kiest de voorbije jaren vooral voor jonge, talentvolle spelers, het liefst gevormd in het nationaal voetbal. Het merendeel van mijn kern bestaat dan ook uit jongens tussen de 18 en de 22 jaar. Qua voetballend vermogen zullen we er wel staan. Goede ‘shotters’ genoeg, maar qua ervaring en body zijn we minder goed gewapend. Maar ik denk wel dat we tevreden mogen zijn over de inkomende transfers. Jordan Baudewyns stond bij Voorde-Appelterre wel vaker op het wedstrijdblad, maar kwam zelden van de bank af. Bij ons hoopt hij meer speelminuten te krijgen. Emilio Cocquyt lijkt ook wel een aanwinst. Bij Brakel zag men in hem de opvolger van Kevin Haezebroeck, maar een zware blessure besliste er anders over. Het voetballen is hij zeker niet verleerd en we verwachten dan ook wel iets van hem. Bij Grimbergen plukten we Niels Van Himst, vaste waar daar en kleinzoon van Paul, weg. In laatste instantie voegden we nog Simon Van Mossevelde (Voorde-Appelterre) aan onze kern toe. Simon was door heel wat nationalers gegeerd en het pleit voor hem dat hij voor ons koos. Met onze jonge groep mikken we niet al te hoog. We beseffen dat het zaak wordt om toch ietwat te proberen een constante in onze prestaties te leggen. Wegblijven uit de gevarenzone is de eerste doelstelling en we zien in de loop van het seizoen wel of er nog meer in zit.”