VK Knesselare is dé spektakelploeg in de Oost-Vlaamse tweede provinciale A. In elk van hun wedstrijden vielen minstens vijf doelpunten te noteren. Dit weekend zelfs tien en na de 4-6-overwinning bij VSV Gent stoot Knesselare zelfs door naar de zesde plaats. Aan Daan Hooreweghe vroegen we na de winst in Gentbrugge hoe het komt dat er steeds zo veel doelpunten te noteren vallen in wedstrijden van zijn ploeg. Hooreweghe is mee verantwoordelijk voor die vele doelpunten, want na vijf wedstrijden staat de teller voor hem op negen en daarmee houdt hij zelfs gepatenteerde goalgetters als Quinten De Muer, Dylan Verstraeten, Jesse Brouwers en Joshu Boogaard ver achter zich.
“Ja, ik kan het ook niet verklaren”, vertelt de topschutter in de reeks. “Wat mij betreft, loopt het wel lekker. Vorig jaar was ik goed voor 23 doelpunten en ik wou dit jaar beter doen. Stilletjes hoop ik dat het er dertig worden. Maar dan moet het allemaal ook wat mee zitten. Maar met negen doelpunten na vijf wedstrijden zit ik mooi op schema. Vorig jaar miste ik een deel van de voorbereiding en daardoor kwam ik toch wat trager op kruissnelheid. Nu zit ik wel in vorm. Op het veld van VSV Gent maakte ik er twee, maar die van Jeffrey Berwouts waren nog belangrijker in het hele verhaal. Hij nam na anderhalve minuut een afvallende bal vol op de slof en na tien minuten kopte hij een voorzet van Linus Huyghebaert tegen de touwen. VSV Gent liet het er niet bij en tekende de aansluitingstreffer aan, maar bij een hoekschop zorgde Nico Blondeel voor de 1-3. Na de rust kwam de 2-3 rap op het bord, maar met twee doelpunten van mij en eentje van Dario De Cuyper sloegen we hen terug tot 2-6. Pas in de slotfase werd het nog 4-6.”
En zo komen we natuurlijk terecht bij het grote aantal tegendoelpunten van Knesselare. 16 al en enkel rode lantaarn Beervelde slikte er meer. Terwijl Knesselare wel het meeste doelpunten maakte.
“Ik heb er geen verklaring voor. Het is ook niet dat wij superoffensief spelen. Dit weekend pakken we bij voorbeeld drie van onze vier doelpunten na een verre inworp. Op zich wel bizar, want we hebben best wel kopbalsterke verdedigers. Toch denk ik dat we op defensief vlak op goede weg zijn. De trainer schoof Nico Blondeel vorige week al een rijtje vooruit en door zijn coaching op positie zes helpt hij de ploeg wel op het juiste spoor. Het belangrijkste is uiteindelijk toch het puntenaantal en op dat vlak zijn we wel goed bezig. Misschien dachten sommigen dat die zevende plaats enigszins een toevalstreffer was. Intussen staan we toch maar mooi weer zesde.”