In de loop van vorig seizoen leerde het minivoetbalwereldje Bram Verhavert kennen. Bij Kassani Elsegem leek snel dat hij zijn mannetje kon staan op het hoogste niveau. Een prijs pakken zat er nog niet in, maar Verhavert hoopt dat dit jaar wel te doen. Kantine 11 had in de aanloop naar het duel tegen The Oliver Boys Gent een babbel met de Bornemnaar.
Hoe kom je als 35-jarige plots opduiken in het minivoetbalwereldje?
“Ik kwam in het minivoetbalwereldje terecht via Yves Dhaene, huidig sportief verantwoordelijk bij Kassani Elsegem en de pa van Lenn. Ik organiseer ook een toernooi in het Antwerpse en kwam zo in contact met Yves. Die organiseert de Gold Cup. Hij zag me ook aan het werk, kon zich wel vinden in mijn speelstijl en ik werd vorig seizoen aan de A-kern toegevoegd. Dit was eerder als ‘depanneur’ dan als vaste waarde, maar ik speelde haast de hele terugronde.”
Je hebt wel een verleden in het zaalvoetbal?
“Ja, dat klopt. Ik speelde bij ZVC Klein Brabant op het hoogste niveau, later ook bij Sint-Gillis-Waas.”
Vergelijk de twee sporten eens…
“In het zaalvoetbal gaat het best snel en zijn de duels een stuk intenser. In het minivoetbal is het vaak geduldiger, kan je de bal beter bevriezen en ligt het tempo soms laag, soms hoog. Ik ben wel van het minivoetbal gaan houden omdat het mij misschien wel beter ligt. Ik ben eerder tenger en dan is het wel een voordeel dat er geen contact mag zijn. Een goede techniek is in beide sporten wel de basis. Ik heb het gevoel dat ik nog lang kan genieten van deze sport. Ik maak in ieder geval week na week de trip vanuit Bornem.”
Ik vermoed dat je tevreden bent over de gang van zaken bij Elsegem…
“Zeker, we hebben voorlopig een perfect parcours afgelegd. We wonnen op de eerste speeldag de topper tegen Deftinge met 7-6 en vorige week haalden we het makkelijk tegen Cappuccino Waregem; 2-9 werd het. In Waregem hadden we halverwege al een bonus van vier of vijf doelpunten bij elkaar gevoetbald en van een wedstrijd was geen sprake. Het duel tegen Deftinge was op dat vlak wel leerrijk. We lieten ook uit tot 6-2, maar finaal haalden we het maar nipt met 7-6. In zo’n wedstrijden zie je dat het aan beide kanten snel kan gaan als je druk zet.”
Is Elsegem een titelfavoriet?
“Dat denk ik wel. Vorig jaar ging de aandacht van de tegenstander vooral naar Ossama Msili. Nu hebben we met Lenn Dhaene en Inaki Van Der Cruyssen een duo dat de tegenstander pijn kan doen. We staan verder dan vorig jaar en hopen wel een prijs te pakken.”
Vrijdag kunnen jullie tegen The Oliver Boys Gent enkel tevreden zijn met eendriepunter?
“Klopt, we haalden het al voor de beker, maar ik heb begrepen dat ze toen niet op hun sterkst stonden en we een andere ploeg tegenover ons zullen krijgen. Dat is in minivoetbal wel vaker zo. Van onderschatting mag geen sprake zijn, al kunnen we enkel leven met de drie punten.”