Doomkerke schreef vorig seizoen een stukje geschiedenis. De ploeg kon voor het eerst in vijftig jaar de stap naar derde provinciale zetten. Benedikt Depoorter nam in februari het roer over van Ronny Houben en loodste zijn ploeg naar een hogere reeks. Depoorter begon vorig jaar als T2 van Hertsberge het seizoen, maar trok als speler vijf jaar het shirt van Doomkerke aan.
“Ik nam de taak van Ronny over toen ze derde stonden en finaal deelden we de tweede plaats met Hulste. Via de eindronde konden we dan de stap zetten naar derde en dit is voor een bescheiden club als Doomkerke wel heel bijzonder. Zion Driessens besloot om de club te verlaten en Nick Beernaert zette een punt achter zijn loopbaan, twee spelers uit de vuurlinie. Toch zijn we nog niet aan doemdenken toe. Gilles Taveirne en Niels Verwilst zijn ook opties in de aanval en we recupereren ook Barry Aboubacar. Voor Barry stond de teller al op acht toen een kruisbandblessure roet in het eten gooide. Hij hervat en is op die manier wel een extra troefkaart. Vorig seizoen hadden we een heel smalle kern en met dit in het achterhoofd wilden we onze A-kern wel wat uitbreiden. Het zorgde ervoor dat we vijf nieuwe jongens mochten begroeten op training. Maxim Vandoorne kwam bij Aarsele niet zo vaak aan spelen toe, maar ik zie hem toch als een stevige aanwinst in de verdediging. Luka De Soete ruilt het shirt van Pittem B voor dat van ons, terwijl Luka Verhaeghe steeds bij de vijftien was bij Maria-Aalter en die jongen bij ons vaste waarde hoopt te worden. Met Robin Algoedt (Club Roeselare) en Sybe De Smul (U17 Wingene) er nog bij is de kern een stuk breder dan vorig jaar. De vorige keer dat Doomkerke in derde speelde, werd het meteen op een ticketje retour getrakteerd. Ik hoop dat het niet zo’n vaart loopt. Het behoud afdwingen zou mooi zijn. We hebben intussen vier trainingen in de benen en spelen komend weekend tegen Middelkerke voor de Beker van West-Vlaanderen. De kalendermaker zorgde ervoor dat we op de eerste speeldag meteen thuis tegen gedoodverfd titelkandidaat Loppem mogen spelen.”